Il Grand' Inquisitor

Wozzeck in de Munt (2/2)

Na de voorstelling van Wozzeck met Werner Van Mechelen, keek ik uit naar de vertolking van Dietrich Henschel in de titelrol.

De rest van de bezetting was grotendeels hetzelfde. Solveig Kringelborn was weer Marie. Ik heb de Marie van Claudia Barainsky dus niet gehoord. Ik weet niet of dat zo'n groot verlies is, want ik was perfect tevreden met Kringelborn. In deze laatste voorstelling klonk haar stem zelfs nog wat ronder dan de eerste keer. Haar hoogte klonk ook minder schel. En ze was zo mogelijk nog ontroerender als ze het derde bedrijf opende terwijl ze in de Bijbel het verhaal leest van de overspelige vrouw... of als ze daarna haar zoontje het profetische sprookje "Es war einmal ein armes Kind und hatt' keinen Vater und keine Mutter" begint te vertellen.

In vergelijking met Werner Van Mechelen, moet Dietrich Henschel het vooral hebben van zijn expressie en zijn inlevingsvermogen. Op sommige punten schiet zijn stem echter te kort. Als hij bijvoorbeeld kwaad wordt nadat de dokter en de kapitein hem belachelijk gemaakt hebben, dan komt hij niet ver met alleen maar expressie. Dan is echt veel stem nodig. Maar daarentegen zijn er talloze scènes die hem wel goed liggen. Als hij op het einde van het tweede bedrijf, na al de vernederingen van Marie, de dokter, de kapitein en de tamboer-majoor, uiteindelijk de handdoek in de ring gooit met "Einer nach dem Andern", dan is hij aandoenlijk meelijwekkend. Ook de volledige scène waarin hij Marie vermoordt, is van begin af aan bangelijk intens. Allen al de manier waarop hij kijkt, is al voldoende om iemand de stuipen op het lijf te jagen.

Zoals op zijn website te lezen is, komt Dietrich Henschel in september terug naar de Munt voor zijn eerste Golaud...

Publicatie: woensdag 12 maart 2008 om 22:46
Rubriek: Opera