Il Grand' Inquisitor

Maria Bayo in het PSK

Ik kan amper geloven dat het al tien jaar geleden is dat ik de Spaanse sopraan Maria Bayo nog gehoord heb. Ze zong toen Mélisande in de Munt en een paar jaar eerder zong ze er Calisto. Samen met het Spaans ensemble Al Ayre Español, onder leiding van Eduardo Lopez-Banzo, gaf ze gisteren een concert in het PSK.

Op het programma stond muziek zoals het weerklonk aan het Spaanse hof in de 18de eeuw. Zo was er de symfonie La casa del diavolo van Luigi Boccherini, die een tijd in Madrid verbleven heeft. Handel was te horen met een Concerto grosso en aria's uit Giulio Cesare en Alcina. Het verband tussen Handel en Madrid is me niet meteen duidelijk, tenzij één die loopt van London via de castraat Farinelli naar de Spaanse koning.

Maar het grootste deel van de avond werd ingenomen door de muziek van ene José de Nebra. In die tijd werd Europa overspoeld door Italiaanse (opera)componisten en José de Nebra schijnt zowat de enige Spaanse componist geweest te zijn die zich toen kon handhaven. Zijn vocaal oeuvre omvatten een aantal zarzuela's, waaruit aria's geselecteerd werden voor dit concert. Maria Bayo en Al Ayre Español hebben trouwens recent een CD opgenomen bij Harmonia Mundi met deze muziek. Deze zarzuela's lijken enkel vormelijk op de "bekendere" zarzuela's uit de 19de en 20ste eeuw. Muzikaal sluiten ze heel nauw aan bij wat de Italianen in die tijd componeerden. Aangezien het niet echt bekend materiaal is, had ik wel iets meer achtergrond verwacht in het programmaboekje... want wie heeft ooit al van Vendado es amor, no es ciego of Iphigenia en Tracia gehoord ? Zelfs op de zarzuela-site wordt geen melding gemaakt van dit repertoire.

Zoals gezegd, is het al een tijd geleden dat ik Maria Bayo nog gehoord heb. Haar stem is duidelijk geëvolueerd sinds tien toen. Ze klinkt ongelooflijk; zelfs in de grote zaal van het PSK vult ze met gemak heel de ruimte. Maar het volume dat ze produceert, klinkt heel aangenaam en is nooit opdringerig of luidruchtig. Vooral in de Handel-aria's van Cleopatra (in Giulio Cesare) en Morgana (in Alcina) toont ze haar technisch meesterschap. Ze zingt bijvoorbeeld trillers in al haar registers zonder ergens problemen tegen te komen. In haar (tweede) bisnummer Lascia ch'io pianga viel dan weer haar groot dynamisch bereik op, zelfs de ontroerendste pianissimo is perfect hoorbaar tot achteraan de zaal.

Haar contact met het publiek is ook uitmuntend... tenminste in de vertrouwde aria's. Voor een aantal aria's (van José de Nebra) gebruikte ze een partituur en toen verminderde de betrokkenheid. In de andere aria's gaat ze volledig op in de muziek. Haar molenwiekende armbewegingen kunnen misschien storend overkomen, maar ik had er geen echt probleem mee.

Het enthousiasme van het publiek, dat weliswaar niet massaal opgekomen was (ik schat dat de zaal maar voor twee derde gevuld was), groeide met elke aria. Er konden dan ook nog twee bisnummers af. Naast de eerder genoemde Handelaria, zong ze ook nog de seguidillas En amor patorcillos.

Publicatie: donderdag 14 december 2006 om 16:36
Rubriek: Concert