Il Grand' Inquisitor

Pavol Breslik in de Munt

Vorig jaar, hoorde ik Pavol Breslik en zijn begeleider Amir Katz op de Schubertiade Schwarzenberg. Vandaag waren ze met een vergelijkbaar programma te gast in de Munt.

De eerste helft van de avond was identiek als een jaar geleden. Ze begonnen met een correcte uitvoering van Dvoraks Zigeunermelodien. Daarna worstelde hij zich door de beruchte Petrarca-sonetten van Liszt. Ik blijf me afvragen waarom zangers het zichzelf aandoen om dit te zingen...

Hoedanook, daarmee was hij opgewarmd om zich op Schumanns Dichterliebe te storten. Hij bracht een vocaal indrukwekkende uitvoering met alle hoge opties die Schumann voorzien heeft. Zijn tempokeuzes lieten wel te wensen over. De eerste acht liederen zong hij allemaal met een gelijkaardige halsbrekende snelheid... ondanks het feit dat Schumann - zijn pappenheimers kennende - liederen als Ich grolle nicht of Das ist ein Flöten und Geigen respectievelijk als "Nicht zu schnell" en "Nicht zu rasch" aangeduid heeft. Maar dat had Breslik blijkbaar zo niet begrepen, om nog maar te zwijgen over de speedboot-versie van Im Rhein waardoor de Dom van Keulen ontdaan werd van alle grandeur.

En daarmee kom ik bij het grootste probleem van deze uitvoering. Alle noten zijn er wel, maar de poëzie is ver te zoeken. Heine heeft nochtans fantastische gedichten geschreven met delicieuze woorden waarmee een liedzanger vanalles kan doen. Maar die nuance van de liedkunst ontgaat hem nog totaal. Zelfs met een pseudo-luchtig intermezzo als Ein Jüngling liebt ein Mädchen doet hij niets. Kortom, het was een van de meest saaie Dichterliebes die ik ooit gehoord heb.

Maar tenors met een paar redelijke hoge noten hoeven niet veel te doen om succes te hebben, en dus kregen we nog twee bisnummers: Widmung, waarbij het slot "mein bessres Ich" exemplarisch was voor zijn gebrekkig poëtisch inzicht, en Zueignung.

Publicatie: maandag 18 mei 2015 om 21:46
Rubriek: Liedrecital