Il Grand' Inquisitor

Pavol Breslik in Schwarzenberg

Gisteren maakten de tenor Pavol Breslik en de pianist Amir Katz hun debuut op de Schubertiade Schwarzenberg met een wisselvallig liedrecital.


foto © Schubertiade Schwarzenberg

Breslik begon zijn recital in zijn eigen taal met de Cigánské melodie, oftewel de "Zigeunermelodien", van Dvorak. Het zijn liederen waarin hij zich duidelijk thuisvoelt en die hij met een zekere naturel zong. Het mooiste was het derde lied, A les je tichy kolem kol, dat hij met een uitstekend mezza voce uitvoerde. Ook de frasering van van het bekende Kdyz mne stará matka zpivat was uitstekend.

Het vervolg verliep iets minder rooskleurig. Elke zanger zou twee of drie keer moeten nadenken voor hij de Petrarca-sonetten op het programma zet. Er valt weinig eer mee te behalen tenzij je een uitermate solide techniek hebt. De drie liederen zitten zo vol valkuilen dat een iets mindere zanger zichzelf vastloopt. Pavol Breslik heeft dat op de harde manier moeten leren. Voor de brede opera-geste van Pace non trovo is zijn stem te lyrisch. Benedetto sia 'l giorno begon hij als een Napolitaans lied en hij komt er bijna mee weg ook. I vidi in terra lag hem nog het beste. Aangezien hij vooral bekend is als Mozart-tenor, had hij misschien beter een groepje Mozart-liederen uitgekozen in plaats van zich door deze Liszt-liederen te worstelen.

Voor het deel na de pauze had hij goed opgebouwd Schubertprogramma voorzien. Hij begon met Ganymed en doorliep natuur- en nachtliederen om te eindigen bij Erlkönig. Het blijkt niet zijn dagelijks repertoire te zijn, aangezien hij hiervoor de partituur bovenhaalde en meer met zijn hoofd in de partituur dan in de muziek zat. Im Abendrot was echter een schot in de roos. Het sloot niet alleen perfect aan bij Ganymed, maar de iets tragere Schubertliederen liggen hem het best. Het overbekende Der Musensohn was dan ook een probleem. Je ziet hem denken hoe hij al die tekst tegen een hoog tempo moet gezongen krijgen. Het trage Nachtviolen was dan weer terug beter, en ook hier liet hij weer zijn mezza voce volledig spelen.

Een echte Schubert-rariteit kwam als uitsmijter. Schubert heeft een aantal liederen geschreven die niet alleen met een piano begeleid worden. Der Hirt auf dem Felsen is het bekendste voorbeeld en - aangezien er altijd wel een klarinettist in de buurt is - staat dit lied ongeveer elke Schubertiade wel op het programma. Maar Auf dem Strom, op een tekst van Rellstab en begeleid door piano en hoorn, had ik nog nooit live gehoord. De hoornist Bruno Schneider harmonieerde mooi met de piano, iets minder met het timbre van Breslik.

Tenors zijn altijd een succes, zelfs als ze een halfgelukt recital zingen. En dus kregen we nog twee bisnummers, allebei van Bellini: Vaga luna en Malinconia.

Publicatie: maandag 25 augustus 2014 om 12:31
Rubriek: Liedrecital