Il Grand' Inquisitor

IMKEB 2004 - Halve finale, dag 3

Na het baritonaal intermezzo, stonden er vandaag weer vier sopranen te wachten om gehoord te worden.

De namiddagsessie was nochtans in evenwicht:

Ik wou dat de prestaties ook meer in evenwicht waren.

De Syrische sopraan was de enige die me kon bekoren. Ze begon met "Widmung" en dat was meteen het beste dat ik die sessie hoorde. Ze heeft een heldere, redelijk grote stem en zingt heel mooi Duits. Ze was ook de eerste die "Verklärter Herbst" zonder partituur zong. Het Franse repertoire ligt haar precies iets minder, zoals bleek uit een ongenuanceerde "Je dis que rien ne m'épouvante". Haar slotaria - "Bel raggio lusinghier" uit Semiramide - begon goed, maar ze kreeg onderweg problemen met de coloraturen en op het einde verhardde haar stem en brulde ze een beetje teveel. Maar ik verwacht haar toch terug te zien in de finale.

De bariton Serge Novique was benedenmaats. "Ich bin der Welt abhanden gekommen" kon geen emoties losweken, wat toch verbazend is voor dit lied van Mahler. Toen hij "Fin ch'han dal vino" aanvatte, krijg hij ineens een andere stem... heel pieperig en on-Don Giovanni. Wolframs "Blick ich umher" was half gesproken en klonk meer als een strijdlied dan een ode aan de liefde.

Tenoren die op een zangwedstrijd opduiken, zijn a priori verdacht. Arnold Rutkowski is geen uitzondering. Hij is slechts marginaal beter dan de Roemeense Sararu. Hij maakte meteen een slechte beurt door te beginnen met "Pourquoi me réveiller"... waarbij hij vergat om zijn noten af te ronden en zijn gooi naar hoge noten meer gemist werden dan wat anders. Tamino's aria is altijd een leuke test... waarop hij ook niet slaagde. Alleen Lenski's aria "Kuda, kuda" was nog redelijk uitgevoerd. En daarmee zou de tweede en laatste tenor uit het concours moeten verdwijnen...

's Avonds kregen we weer het maximaal aantal sopranen voorgeschoteld, met een redelijk niveau:

Aziatische zangers kunnen soms een probleem zijn, omwille van culturele en linguïstieke verschillen. Maar voor wat de eerste zangeres van de avond betreft, was daar in allegeval niets van te merken. Ze heeft een voortreffelijke dictie, zowel in het Duits als in het Frans, is voldoende expressief en heeft een degelijke stembeheersing. Zelfs met een lied als "Im Frühling" van Hugo Wolf kon ze overtuigen. De jury houdt ervan om zangers te vergelijken en kiest - indien mogelijk - dezelfde aria's voor verschillende zangers. "Ach, ich fühl's" is zo'n aria, die elke sopraan denkt te kunnen zingen en dan ook zeker voorgeschoteld krijgt. Zo ook met Tanimura, maar haar vertolking was tot nu toe zowat de beste die ik gehoord heb, al zong ze met wat weinig vibrato.

De Koreaanse sopraan had ook Pamina's aria op haar lijstje staan en mocht die dus ook zingen. Het resultaat was niet slecht, maar ze komt nogal koel en emotieloos over... ook tijdens de rest van haar optreden. Technisch gaat het allemaal wel, maar ik heb graag iets meer gevoel. Ook haar dictie was niet echt om over naar huis te schrijven.

Kimy McLaren groeide in de loop van de avond. Maar ze bleef een nogal beperkte stem hebben. Ze lijkt vaak aan de limiet van haar kunnen te zitten. Ze forceert nog net niet, maar het is op het randje.

En daarmee zijn we halfweg de halve finale...

Voorlopig heb ik nog maar vijf kandidaten voor de finale: Aile Asszonyi, Johannes Schendel, Shadi Torbey, Talar Dekrmanjian en Yumiko Tanimura. De rest volgt in het peloton.

Publicatie: zondag 2 mei 2004 om 22:30
Rubriek: Concert