Il Grand' Inquisitor

Meerstemmige liederen in Schwarzenberg

Het is vrij origineel, zelfs voor de Schubertiade, maar vandaag stond er een vrouwenkwartet op het podium van de Angelika-Kauffmann-Saal. Wolfram Rieger liet zich omringen door de sopranen Katharina Konradi en Julia Kleiter, en de mezzo's Sophie Rennert en Ida Aldrian (die insprong voor de zieke Tara Erraught).


(foto © Schubertiade Schwarzenberg)

Het deel voor de pauze was een volledig Schuberthoofdstuk en dat stelde meteen een paar praktische problemen. Terwijl het Schubertrepertoire voor mannenkwartet zeer uitgebreid is, valt dat voor vrouwenkwartet wat mager uit en moesten ze wat creatiever zijn om een programma samen te stellen. Dit deel werd wel ingekaderd met twee kwartetten: Der 23. Psalm (in een ingetogen en verstillende uitvoering) en Gott in der Natur.

De tekst van het Oude Testament werd gevolgd door het trio Das Leben waarin Konradi de leiding nam, daarna zong ze het Goethe-sonnet Die Liebende schreibt met toenemende opwinding in de terzinen. De drie andere zangeressen zouden ook nog een solomoment krijgen. Naast trio's en sololiederen was er ook nog de Hosenrollen-truuk om repertoire te "creëren". Zo kregen we de duetversie van Nur wer die Sehnsucht kennt met Rennert als Mignon en Aldrian als Harfenspieler.

Tot dan allemaal serieus repertoire, waardoor de sfeer gezet was en waar ze nog moeilijk uit los geraakten. Licht und Liebe zou een kantelmoment kunnen geweest zijn, maar Kleiter was te bleek in de tenorpartij en Rennert te teruggehouden in de sopraanpartij. Met twee keer Walter Scott - een monotone uitvoering van Lied der Anne Lyle door Aldrian en het Totengesang Coronach - bleven we in de treurnis. Klage um Ali Bey is normaal een ironisch klaaglied, maar nu ging die ironie wat verloren ondanks een uitstekende uitvoering, al werd er toch wat gegniffeld met het slot "und in ganz Ägypten klaget Mensch und Krokodil".

Na de pauze kregen we Schumann, Brahms en Mendelssohn. De relatief bekende Sechs Duette van Mendelssohn (Opus 63) waren het hoogtepunt, in hoge mate omdat Konradi en Rennert met voorsprong het beste duo vormden. Zo kregen we een zalige Ich wollt', meine Lieb' ergösse sich, een droevige ondertoon in Abschiedslied der Zugvögel, een vleugje heimwee in Herbstlied en (eindelijk) ongebreidelde vrolijkheid in Maiglöckchen und die Blümelein. Van de Vier Duette van Brahms (Opus 61) is vooral het eerste, Die Schwestern, bekend (met dank aan Flott en Murray). Kleiter en Aldrian waren nu iets overtuigender dan in de Schubert-liederen.

Vaak hernemen ze één van de liederen uit het programma als bisnummer, maar nu hadden ze toch iets anders voorbereid... Schuberts Grillparzer-Ständchen. Maar dan moesten ze enkel nog een solist vinden en blijkbaar hing Christoph Prégardien nog rond in de coulissen van zijn recital gisteren om die taak op zich te nemen.

Publicatie: dinsdag 24 augustus 2021 om 23:50
Rubriek: Liedrecital