Il Grand' Inquisitor

Le nozze di Figaro in de Munt

De Munt heeft de uitdaging aangenomen om de drie Mozart-Da Ponte-opera's tot één grote productie samen te laten smeden door het regisseursduo Jean-Philippe Clarac en Olivier Deloeuil. Gisteren zag ik deel één... Le nozze di Figaro onder leiding van Ben Glassberg.


Cherubino (foto © Forster)

Ze verplaatsten de handeling naar het hedendaagse Brussel. Rick Martin heeft daarvoor een eenheidsdecor ontworpen. Een stalen constructie op het draaiplateau vormt een appartementsgebouw met drie verdiepingen en nog wat tussenniveaus. Het idee is dat alle personages van de drie opera's in dat appartementsgebouw wonen en dat de drie opera's zich ook tijdens dezelfde "folle journée" van 24 uur afspelen. Tijdens Nozze duiken bijvoorbeeld ook Fiordiligi, Despina of Masetto op.

Die andere karakters breken ook af en toe binnen in de aria's. Zo zingen Don Alfonso en Masetto een paar lijnen van Figaro's "Non più andrai" of zingt Don Alfonso een grote brok van "Aprite un po' quegli occhi". Dat laatste is een inspirerend bruggetje naar de volgende opera, Cosi fan tutte, ook omdat Ferrando en Guglielmo op de achtergrond toekijken. In zo'n poppenhuisdecor zou je verwachten dat de "deurenkomodie" van het tweede bedrijf een makkie zou zijn, maar toch slagen ze er niet in om die scène geloofwaardig te maken.

Brussel zelf is aanwezig in de enscenering via videobeelden die buiten in Brussel opgenomen werden. Zo krijgen we de Galerijen te zien of Cherubino die op een e-step over de kleine Ring stept of Don Giovanni die zich in zijn club uitleeft. Op de tv-schermen in het appartementsgebouwen zien we dan weer nieuwsberichten van BXL-TV over bijvoorbeeld de dood van de Commendatore.

Om al die personages in te leiden, wordt tijdens de ouverture een begingeneriek geprojecteerd op de gevel van het appartementsgebouw. Die legt ook een aantal familieverbanden bloot. Zo hebben ze naast de bestaande relaties nog wat extra relaties bedacht. Het is bijvoorbeeld niet echt ver gezocht dat de Graaf en Don Giovanni broers zijn. Ook Antonio (die trouwens vervangen wordt door Don Alfonso) en de Commendatore zijn broers waardoor de Nozze-familie en de Don Giovanni-familie met elkaar verbonden worden... daarenboven zijn ook Don Ottavio en de Gravin ook broer en zus of is Cherubino de zoon van Don Giovanni en Donna Elvira. Op zich is dat allemaal niet belangrijk, maar het is een leuk gedachtenexperiment.


Conte, Susanna, (Fiordiligi), Contessa, (Despina) (foto © Forster)

Alles bij elkaar is het eigenlijk een vrij normale productie, al kan ik me voorstellen dat de overdaad aan informatie misschien wat verwarrend kan overkomen voor iemand die de opera's niet door en door kent. Maar toch bleef ik wat op mijn honger zitten. Door het constant geloop doorheen het appartement ontstaat er nooit een doordachte eenheid in de uitvoering. Zeker tijdens de komischere scènes is de timing net niet juist.

Er wordt ook middelmatig gezongen. Alessio Arduini is een goede Figaro, maar naar mijn smaak neigt zijn bariton meer naar een Graaf. Sophia Burgos komt wat bleek over als Susanna tijdens de eerste helft van de voorstelling, maar raakt met "Giunse alfin il momento" uiteindelijk wel de juiste snaar. Simona Saturová maakt ook weinig indruk tijdens "Porgi amor"... de ene zin die Donna Elvira (Lenneke Ruiten) van haar overneemt heeft bijvoorbeeld een grotere expressieve impact dan de rest van de aria. "Dove sono" was beter, met een mooi piano en delicaat versierd tweede deel.

Ik was wel tevreden over de Graaf van Björn Bürger. Met een sprankelende dictie en meeslepende tekstvertolking zong hij "Hai gia vinta la causa". Ook Ginger Costa-Jackson kon me charmeren als Cherubino met vooral een mooie "Voi che sapete". Bij de kleinere rollen viel Rinat Shaham op als een zeer presente Marcellina die ook haar "Il capro e la capretta" mocht zingen.

Publicatie: vrijdag 6 maart 2020 om 08:57
Rubriek: Opera