Il Grand' Inquisitor

Schubertiade Schwarzenberg

Terwijl een groot deel van de provincie Vorarlberg bedolven is onder de modder, ging de nazomersessie van de Schubertiade van start. Als bij wonder bleef Schwarzenberg gespaard van het onheil.

Mijn eerste dag op de Schubertiade (26 augustus) hoorde ik twee recitals. Het namiddagrecital van Christopher Maltman en Malcolm Martineau was een extraatje, dat ik nog op de valreep kon meepikken omdat ik vroeger dan voorzien in het Bregenzer Wald gearriveerd was. Maltman is een nogal wisselvallige liedvertolker. De laatste jaren is zijn Duits al een stuk verbeterd, maar hij laat toch nog teveel letters vallen om comfortabel verstaanbaar te zijn. Zijn interpretatie vertoont overwegend macho-gedrag. In de balladen van Schumann, zoals Die feindlichen Brüder of Die beiden Grenadiere is dat niet echt een probleem. Maar de aggressiviteit waarmee hij zich op Mahlers Rückert-Lieder stort, is ongepast. Hij brengt daarmee ook zichzelf nodeloos in de problemen. In Um Mitternacht bijvoorbeeld moet hij op het einde van een zin eerst op adem komen, vervolgens naar adem happen voor zijn volgende zin... en ondertussen is - bij wijze van spreken - Malcolm Martineau al een paar maten verder.

Oorspronkelijk zou hij ook Richard Strauss' Krämerspiegel zingen. Het is een cyclus die ik nog nooit op een liedprogramma gezien heb, er bestaan maar een paar opnames van (Schreier, Fischer-Dieskau, ...) en het is een van de zeldzame gevallen waar Strauss erin geslaagd is om liederen te componeren die de moeite waard zijn. Het was dus dubbelspijtig dat Maltman de cyclus verving door zes klassieke Strauss-liederen van Das Rosenband (weer gekenmerkt door Maltmans misplaatste spierballengerol) tot Allerseelen.

's Avonds was het de beurt aan Angelika Kirchschlager en Helmut Deutsch met een programma dat ze dit jaar al zowat overal gezongen heeft. Ze begonnen met opwarmertjes van Haydn om daarna over te stappen op Grieg. Diens zes liederen van Opus 48 bevatten pareltjes zoals Die verschwiegene Nachtigall en Zur Rosenzeit, harverscheurend vertolkt door Kirchschlager. De vier Brahmsliederen die daarna kwamen, bevatten zowel niemendalletjes als Therese (ik vraag me af waarom ze dit überhaupt uitkiest, maar ze doet er meer mee dan dat het lied eigenlijk verdient) als de klassieker Von ewiger Liebe.

Angelika Kirchschlager gaat volgend jaar Mélisande zingen in Salzburg. Zou het daarom zijn dat ze nu ook Franse liederen op haar programma zet, zoals Poulencs Banalités ? Haar Frans is al redelijk goed, maar ze mist nog de Franse puntigheid om echt goed te zijn. Tenslotte zong ze nog liederen van Liszt, zowel een paar van zijn Franse als zijn Duitse liederen. Oh, quand je dors was - samen met Von ewiger Liebe - bij de hoogtepunten van de avond.

Zaterdag waagden Thomas Quasthoff en Graham Johnson zich aan een reuze-programma. Ze brachten de drie liedcycli van Mahler. En alsof dat nog niet genoeg was, ook nog zes Wunderhorn-liederen.

De Rückert-Lieder kwamen eerst. Een dag eerder had Maltman die ook gezongen en het verschil tussen beide zangers is onbeschrijflijk groot. Bij Quasthoff is uiteraard elke lettergreep verstaanbaar, inclusief luid exploderenden '-acht'-klanken in Um Mitternacht. Dankzij zijn perfecte adembeheersing komt hij ook nooit in de problemen. Ich bin der Welt abhanden gekommen is zijn 'eigendom'. Van begin tot einde is het pure ontroering. Hij ademt gewoon de eerste pianissimo gezongen zin en elke noot van de melismen op 'gestorben' staat op zijn plaats. De zin "und ruh' in einem stillen Gebiet" is magie met een gevoelsgeladen uitdrukking op 'ruh' en een volgehouden pianissimo op de hogere noot van 'Stil(-len)'.

Daarna liet hij ons weten dat hij zich niet 100% voelde en dat we hem een paar 'kratzige Töne' moesten vergeven. Daar was tot dan toe uiteraard niets van te merken, waarschijnlijk omdat een Quasthoff op 80% nog altijd een niveau haalt waarvan andere zangers enkel kunnen dromen. Pas tegen het einde van het recital waren er een paar onzuivere noten te bespeuren.

De twee andere cycli gingen verder zoals hij begonnen was, vol gedetailleerde expressie waarbij bijvoorbeeld een hoog-dramatisch Ich hab' ein glühend Messer gevolgd werd door een teder Die zwei blauen Augen, dat opvallende parallellen vertoonde met Gute Nacht uit Winterreise. Voor zijn bisnummers schakelde hij over naar Schubert met een aangrijpende vertolking van Der Tod und das Mädchen en een hemelse And die Musik.

Zondag had ik weer twee recitals. 's Namiddags had dat Jonathan Lemalu moeten zijn. Maar hij was ziek en werd vervangen door Florian Boesch. Samen met Malcolm Martineau zong hij identiek hetzelfde programma dat hem eerder dit jaar ook naar Brussel bracht in de Rising Stars-tournee. Ik heb niet echt veel toe te voegen aan wat ik toen schreef. Alleen lijkt hij nog iets beter geworden te zijn voor wat de intiemere liederen betreft.

Violeta Urmana en haar vaste pianist Jan Philip Schulze zijn al een paar jaar een vaste gast op de Schubertiade. Dit jaar brachten ze een combinatie van hun recital van twee jaar geleden op de Schubertiade (Wesendonck-Lieder) en haar recital in de Vlaamse Opera (Rachmaninov en Strauss). Het is allemaal heel indrukwekkend wat ze doet, maar ik vond dat er weinig sfeer in de zaal was tijdens haar recital. Voor de bisnummers putte ze weer uit het opera-repertoire met o.a. Vissi d'arte en de aria van Iphigénie uit Iphigénie en Aulide.

Publicatie: maandag 29 augustus 2005 om 10:44
Rubriek: Liedrecital