Il Grand' Inquisitor

Opera tijdens de Schubertiade Schwarzenberg

Er staat uiteraard nauwelijks opera op het programma van de Schubertiade, maar met een beetje fantasie kunnen de volgende drie concerten wel als zodanig omschreven worden. Om te beginnen was er Violeta Urmana en Jan Philip Schulze die een op Wagner geinspireerd programma brachten.

Centraal stonden twee werken van Wagner zelf. Natuurlijk de Wesendonck-Lieder, maar ook het Vorspiel uit Tristan und Isolde en Isoldes Liebestod. Dit werd aangevuld met Cronnan van Schubert. Over deze Ossian-ballade schreef John Reed dat het "bijzonder is omwille van de herhaalde motieven in een quasi-Wagneriaanse stijl". Als luisteraar valt dat niet echt op, het blijft op-en-top Schubert. Trouwens... toen Schubert deze ballade componeerde, speelde kleine Richard nog met de lego-blokken. Verder stonden er nog een aantal liederen uit het Spanisches Liederbuch op het programma... Hugo Wolf was ook een grote bewonderaar van Wagner, vandaar.

Toen ik Violeta Urmana verleden jaar op de Schubertiade hoorde, was ik vooral onder de indruk van haar technisch kunnen. Sindsdien is ze verder ontwikkeld tot het stadium dat ze met die gigantische vocale middelen ook effectief iets doet. Vooral Cronnan was schitterend opgebouwd, met een kristalheldere dictie vertelde ze het verhaal van Shilric bij het graf van zijn geliefde Vinvela. En op het einde van de Wesendonck-lieder had ze me bijna overtuigd dat Wagners bijdrage tot het liedrepertoire niet volledig zinloos was.

Haar uitvoering van de Wolf-liederen vond ik minder geslaagd. Maar dat lag misschien eerder aan de keuze van de liederen, die vooral op het grote effect mikten en daarom niet voor voldoende variatie zorgden. Hier had ik weer dat "wow"-gevoel van verleden jaar.

Eerder dit jaar had Christiane Oelze ook Isoldes Liebestod gezongen in deSingel. En hoewel dat helemaal niet slecht was, merk je toch dat die muziek beter tot zijn recht komt met een stem die een paar maten groter is...

Daar waar het recital van Violeta Urmana nog wel degelijk te omschrijven is als een "Liederabend", was dat niet meer het geval bij het concert van afgelopen dinsdag. We kwamen wel weer volledig bij Schubert terecht, maar dan bij diens opera's. Schubert heeft gedurende zijn hele leven pogingen gedaan om ook als operacomponist erkend te worden in Wenen, maar geen enkele van zijn werken heeft de tand des tijds doorstaan en zijn sindsdien omhuld met de nevels van de muziekgeschiedenis.

Maar de Schubertiade zou de Schubertiade niet zijn als ze die werken zo maar in de kast zouden laten liggen. Uit vijf van zijn opera's - Des Teufels Lustschloß, Fernando, Adrast, Die Verschworenen, Die Freunde von Salamanca - werden aria's en duetten opgevoerd. Sibylla Rubens en Markus Schäfer (die insprong voor de zieke Michael Schade) zongen, de Wiener Virtuosen begeleidden.

Ik vond het concert niet echt geslaagd. De soubrette van Sibylla Rubens leek me soms wat te licht. Ook al zijn het vaak "Singspiele", iets meer gewicht had geen kwaad gekund. Anderzijds was de Romanze Ich schleiche bang' und still herum van Helene uit "Die Verschworenen" wel een hoogtepunt van de avond.

Markus Schäfer had dan weer wel de juiste stem voor deze aria's... een Mozart-tenor die me soms aan Peter Schreier deed denken. Het zal wel niet evident zijn om op een paar dagen dit repertoire in te studeren en het is misschien daarom dat hij niet altijd even mooi afgerond zong, of dat wat meer repetities met het orkest een aantal plooien hadden kunnen gladstrijken.

De romantische novelle "Die wundersame Liebesgeschichte der schönen Magelone und des Grafen Peter aus der Provence" van Ludwig Tieck stond woensdag op het programma. Het beschrijft de liefdesgeschiedenis van Peter en Magelone aan de hand van prozateksten, afgewisseld met liederen. Johannes Brahms heeft die liederen (op twee na) op muziek gezet en daarmee was zijn enige echte liedcyclus Die schöne Magelone geboren.

Deze cyclus - Eric Sams omschrijft hem als de enige tegenhanger uit het liedgenre van Tristan und Isolde - heeft niet dezelfde bekendheid (laat staan populariteit) als de liedcycli van Schubert of Schumann. Een mogelijke reden hiervoor is dat de liederen op zich moeilijk te volgen zijn zonder dat men de context kent. Op de Schubertiade heeft men dit opgelost door de acteur Bruno Ganz in te schakelen om de prozadelen van de novelle voor te lezen. De liederen werden dan op het gepaste moment gezongen door Roman Trekel, met Oliver Pohl aan de piano.

Brahms' liederen horen niet meteen tot mijn favorieten, maar desalniettemin was het een zeer onderhoudende avond. Ik had wel iets meer expressie en inleving verwacht van Bruno Ganz. Hij vertelde het verhaal wat te sec naar mijn smaak en was niet voldoende "verteller". Roman Trekel was over het algemeen wel goed, met een duidelijke dictie ook, maar klonk in de meer heroïsche liederen wat genepen... alsof hij op volle capaciteit zong en niet meer voldoende reserve had om te kunnen nuanceren. Het was wel bewonderenswaardig dat hij deze, toch wel zelden uitgevoerde, opera-achtige liedcyclus zonder partituur zong.

Publicatie: vrijdag 5 september 2003 om 13:19
Rubriek: Liedrecital