Il Grand' Inquisitor

I Capuleti e i Montecchi in Parijs

De titel van Bellini's versie van "Romeo en Julia", I Capuleti e i Montecchi, lijkt te suggereren dat de strijd tussen de twee Veronese families centraal staat. Maar in feite komt slechts een klein stukje van het verhaal aan bod en draait alles rond de liefde en de dood van Romeo en Giulietta. De voorstelling in de Opéra Bastille is een herneming van een oude productie - ze dateert van 1996 - van Robert Carsen. Alhoewel esthetisch verantwoord, is de enscenering bijkomstig. Het gaat hem vooral om de aanwezigheid van de twee sterren in de hoofdrollen... Anna Netrebko en Joyce DiDonato.

Sinds Anna Netrebko een paar maanden geleden aankondigde dat ze zwanger is, was het onzeker of ze wel zou zingen. Voor een paar voorstellingen werd ze effectief vervangen door Ciofi. Ik had geen al te hoge verwachtingen voor Netrebko's Giulietta. Haar belcantowerk dat ik de laatste tijd gehoord heb (via radio-uitzendingen) vond ik alles behalve overtuigend, met als dieptepunt haar recente Violetta in London.

Giulietta is echter een ander type rol, zonder vuurwerkcoloraturen, maar met eerder lange cantilenen. Anna Netrebko heeft me dan ook aangenaam verrast, ze zong zelfs een paar heel mooie trillers. Haar grote aria "Oh, quante volte" zong ze met gedetailleerde aandacht voor de tekst en niet enkel als een pure belcanto-aria. Haar stem heeft wel een Russische donkerte, maar dat stoorde me niet echt.

Ik had wel hoge verwachtingen voor de Romeo van Joyce DiDonato, maar zij deed het minder goed dan ik verwacht had. Vooral in de hoogte klonk ze geforceerd. Maar haar tekstexpressie in "Se Romeo l'uccise un figlio" en haar uniek gekleurd timbre zorgen er wel voor dat er toch nog veel te genieten viel.

Anderzijds vond ik haar scène "Tu sola ... Deh! tu, deh! tu, bell'anima", als Romeo de 'dode' Giulietta vindt, wel beter geslaagd. In deze slotscène had ik echter meer problemen met de dirigent Evelino Pidò die soms wel héél trage tempo's uitkiest. Ook in het eerste duet tussen Romeo en Giulietta lijkt de muziek soms gewoon stil te vallen, waardoor alle spanning verdwijnt.

Van de andere zangers wil ik toch nog eens Matthew Polenzani vermelden. Polenzani is een van die onderschatte lyrische tenors die ook nu weer een uitstekende Tebaldo zong. Zijn aria "È serbato, a questo acciaro" was een schoolvoorbeeld van belcanto, met mooi legato, gebruik van messa di voce en een paar indrukwekkende diminuendo's op hoge noten.

Publicatie: zondag 8 juni 2008 om 18:46
Rubriek: Opera