Il Grand' Inquisitor

IMKEB 2008 - Finale, dag 3

Tijdens de laatste twee finale-avonden van de Elisabethwedstrijd zullen enkel nog sopranen en mezzo's aantreden. Met de laatste kandidate van gisterenavond, Anna Kasyan, is er blijkbaar een kentering gekomen. De drie kandidates van deze avond projecteerden allemaal perfect hun stem tot achteraan in de zaal, zodat ik me niet uitzonderlijk moest inspannen om te horen wat ze probeerden te vertellen.

Sinds de halve finale is de mezzo Isabelle Druet (Frankrijk, 28 jaar) mijn gedoodverfde favoriet voor de titel. Ze heeft een schitterende, mature stem die homogeen en rond klinkt en waarbij je gewoon kan genieten van de muziek die ze maakt. Ze zong zes werken, twee opera-aria's in het begin en op het einde, en twee liederen in het midden. Ze bevestigde volledig haar favorietenrol die ik haar toedicht.

Ze begon met Carmen, met de handen "gebonden" op haar rug zong ze een feilloze Seguidilla. Het is maar een kort stuk, maar ze had meteen de juiste sfeer en sexy stem te pakken. Het recitatief van Dorabella's Smanie implacabilli wisselde ze bijna elk woord van emotie zonder gekunsteld te klinken.

Ze acteert ook haar liedvertolkingen, maar in tegenstelling tot Michèle Losier komt dit bij Druet nooit irriterend over omdat ze een veel bescheidener en natuurlijker expressie aanwendt. In Mahlers Wer hat dies Liedlein erdacht had ze totaal geen probleem met het orkest. In de orkestversie van Duparcs Au pays où se fait la guerre kon ze weer voluit op de tekst spelen.

Ze eindigde met twee totaal verschillende aria's. Dido's Lamento was ontroerend en integer in zijn eenvoud. Cenerentola's slot-Rondo is niet haar natuurlijk vak, daarvoor zouden haar coloraturen wat exacter mogen. Maar in het eerste deel Nacqui all' affano vertelt ze wel een spannend verhaal, dat constant mijn aandacht vasthoudt.

De aandacht vasthouden, is een groter probleem voor de sopraan Layla Claire (Canada, 26 jaar). Op het eerste gehoor doet ze niet veel verkeerd. Ze interpreteert mooi, leeft zich in de stukken in... maar ik vond het moeilijk om mijn aandacht bij haar zang te houden. Ze begon met Auf starkem Fittiche uit "Die Schöpfung", wat ze trouwens met de partituur zong. Ik vond het een correcte uitvoering, maar een beetje saai.

Met een waar gevoel voor doodsverachting had ze vervolgens Fiordiligi's aartsmoeilijke aria Per pietà uitgekozen. Tot mijn verbazing gaf ze een doorleefde uitvoering, waarbij haar lage noten redelijk goed klonken en de registersprongen ook in orde waren. Tijdens Strauss' Ständchen leek ze een dipje te hebben... ofwel zong ze een versie die wat te laag lag voor haar stem.

Na een intense Embroidery in childhood uit "Peter Grimes", eindigde ze met Juliettes Ah, je veux vivre. Alhoewel het een klassieke uitsmijter is, vond ik haar uitvoering niet opzwepend genoeg... en ze eindigde wel raar met een veel te korte hoge noot, alsof ze het gevoel had dat ze die niet kon vasthouden. Net zoals in de vorige rondes, liet ze een wisselvallige indruk achter.

De sopraan Yoon Jung Nan (Zuid-Korea, 27 jaar) begon heel zwak met Er ist's, een van Wolfs Mörike-Lieder. Er was weinig lentevreugde merkbaar in haar stem en ik had de indruk dat ze dit kort lied enkel als opwarmertje misbruikte.

In de eerste ronde had ze ook al Si, mi chiamano Mimi gezongen. Haar interpretatie is in de finale identiek, met weinig charme en een paar vreemde pauzes die de lijn breken. Zoals Claire, zong ze ook Ah, je veux vivre. In zijn geheel vond ik het een saaie uitvoering, maar die me wel iets meer kon bekoren dan de Canadese versie.

Als slot had ze Violetta's grote scène uit het eerste bedrijf van "La traviata" uitgezocht. Er waren een paar mooie momenten, maar E strano leek niet altijd even zuiver, in Ah, fors'è lui glijdt ze door de loopjes en het slot van Sempre libera voelde niet helemaal stabiel aan. Wat mij betreft mag ze in het peloton van de laatste zes eindigen.

Publicatie: vrijdag 23 mei 2008 om 22:16
Rubriek: Concert