Il Grand' Inquisitor

Bernarda Fink in Brussel

Bach moet in 1726 de beschikking gehad hebben over een uitzonderlijke alt. In dat jaar schreef hij niet minder dan drie alt-cantates, Vergnügte Ruh', beliebte Seelenlust (BWV 170) in juli, Geist und Seele wird verwirret (BWV 35) in september, en Gott soll allein mein Herze haben (BWV 169) in oktober. De twee eerste waren gisteren te horen in het Brussels Conservatorium met Bernarda Fink, begeleid door het Freiburger Barockorchester.

Ze begon met de cantate Geist und Seele wird verwirret. Haar koele vertolking van de openingsaria schreef ik nog toe aan opwarmingsproblemen. Maar eigenlijk bleef ze heel het concert redelijk afstandelijk telkens ze aria's moest zingen.

Een opmerkelijke uitzondering was de aria "Wie jammern mich doch die verkehrten Herzen" uit de cantate Vergnügte Ruh', beliebte Seelenlust. Daarbij sloot haar uitdrukking perfect aan bij de ontzielde klank die ook in het orkest weerklonk. De slotaria "Mir ekelt mehr zu leben" van die cantate interpreteerde ze naar mijn gevoel dan weer te letterlijk. Het orkest jubelt, maar bij Bernarda Fink is er niets te merken van enige vreugde voor het verlangen om opgenomen te worden in de hemel.

Ze kwam echter volledig in haar element als ze recitatieven zingt. Dan kan ze zich voluit op de tekst werpen en alle nuances van haar stem inzetten. Uit de derde alt-cantate (BWV 169) zong ze tenslotte nog de aria "Stirb in mir" als bisnummer.

Ter info... voor het concert werd in de foyer een korte presentatie gegeven van de vzw Conservamus, die als doel heeft om niet alleen de belabberde staat van de concertzaal, maar ook de rest van het conservatorium te renoveren. De bedoeling is om in twee fazen van telkens vier jaar het hele gebouwencomplex aan te pakken. Het werk wordt geraamd op een slordige 40 miljoen euro, waarvan ongeveer 15 miljoen voor de concertzaal uitgetrokken wordt... enkel het geld om het te financieren ontbreekt nog.

Publicatie: vrijdag 11 april 2008 om 17:40
Rubriek: Oratorium