Il Grand' Inquisitor

Robert Holl in Dortmund

Ze omschrijven zichzelf als het grootste pianofestival ter wereld... en met drie weken in mei-juni en nog eens zes weken in juli-augustus zou het Klavier-Festival Ruhr best wel eens het grootste kunnen zijn. Ze spelen in verschillende zalen in het Ruhrgebied; meestal in Essen en Dortmund, maar ook in Bochum, Duisburg, Düsseldorf, ... In het programma zit ook hier en daar een Liederavond. In augustus komt zelfs een "Liederwochenende".

Niet geheel onverwacht, ligt dit jaar het zwaartepunt bij de pianowerken van Mozart. Maar voor het recital van Robert Holl en Oleg Maisenberg in het Konzerthaus van Dortmund, kozen ze de twee andere jarige componisten... Schumann en Shostakovitch. Dit moet zowat de eerste keer geweest zijn dat ik Robert Holl iets anders hoor zingen dan Schubert. Zoals gewoonlijk zingt hij meestal met gesloten ogen en "dirigeert" hij met zijn rechterhand. Dit leidt soms af, maar ik hou van de klank van zijn stem en zijn doordachte interpretaties... op een mislukte Winterreise na.

De Eichendorff-Liederkreis sloot perfect aan bij mijn museumbezoek in de namiddag. In het Folkwang Museum in Essen loopt nog tot begin september een grote tentoonstelling rond de Duitse romantische schilder Caspar David Friedrich. Zijn schilderijen worden vaak gebruikt om de "Sehnsucht" van Schubert of de "(Wald)einsamkeit" van Schumann te illustreren. Deze tentoonstelling is een aanrader voor elke Lied-liefhebber.

Met de beelden van die schilderijen nog vers in mijn geheugen, werd dit recital een unieke ervaring. Bij bijna elk lied kwam er wel een Friedrichiaans beeld van wouden, nevelslierten, ruïnes, rotsen of maanschilderingen voor ogen. Robert Holl kiest vaak voor trage tempo's, maar combineert dit met indringende woordkleuringen. Het eerste lied In der Fremde is al meteen raak. De eenzaamheid in vooral de tweede strofe - "über mir rauscht de schöne Waldeinsamkeit" - wordt tastbaar gemaakt. Hij speelt met de expressieve rijkdom in Waldesgespäch. Het was een van de momenten waarop hij met beangstigende opengesperde ogen zong. Ook Mondnacht was zeer indrukwekkend... met veel legato en mezza voce, een lang uitgesponnen "die Erde still geküsst" en een grandioos opgebouwde laatste strofe. Auf einer Burg eindigde hij dan weer met de meest innige "und die schöne Braut, sie weinet" die ik ooit gehoord heb... met een lang diminuendo op "weinet" tot de muziek opgelost was in de lucht. Ik moest aan dit ene woord terugdenken toen hij Zwielicht begon. De somberheid waarmee hij het eerste woord "Dämmrung" zong, kon nauwelijks een groter contrast zijn... en de perfecte illustratie van de vocale mogelijkheden van Robert Holl en hoe hij die inzet ten dienste van liedvertolkingen.

De Michelangelo-Suite van Shostakovitch vormde een groot contrast met de Schumanncyclus, uiteraard op muzikaal vlak... maar ook qua uitvoering. Het was in deze cyclus dat Oleg Maisenberg meer op de voorgrond trad. Deze liederen werden eerder dit seizoen - totaal onverwacht - door Dmitri Hvorostovsky in de Munt gezongen. En alhoewel Robert Holl helemaal geen Rus is, vond ik zijn uitvoering een stuk boeiender dan die van Hvorostovsky. Dat ligt misschien ook grotendeels aan het feit dat ik me nu wel had kunnen voorbereiden en dat een vertaling van elk lied opgenomen was in het programmaboekje (dat trouwens gratis uitgedeeld werd).

Het duurde wel een paar liederen vooraleer ik opgeslorpt werd in de cyclus. Maar tijdens de piano-inleiding van Dante kreeg ik weer zo'n Friedrich-visioen van bergen die oprijzen uit de nevels... net voor de eerste zin (in de Duitse vertaling) "Er stieg als Sterblicher vom Himmel". Robert Holl liet geen pauze tussen het volgende lied Izgnannikou (Aan de banneling). Het is ook een Dante-lied dat zonder piano begint... enkel die prachtige stem de zaal te horen vullen, was een puur genot. Vanaf dan volgden de hoogtepunten zich op. Maisenberg liet in Tvortchestvo (Creatie) de gensters uit de piano vliegen terwijl Robert Holl over Gods hamer zingt. Het slotlied Bessmertie was ook onwezenlijk mooi. In de piano horen we eenvoudig melodietje dat Shostakovitch blijkbaar al gecomponeerd heeft toen hij nog maar negen jaar was... op zich een ironisch gegeven dat hij dit herbruikt voor een van zijn laatste liederen... dat "Onsterfelijkheid" heet. De lichte toets waarmee Maisenberg dit melodietje speelde was onvoorstelbaar en als hij het in het hoog register van de piano herhaalde, dan kreeg de piano plots de kleur van een glasharmonica, wat nog bijdroeg tot de hemelse sfeer van dit lied. Ook hier is er weer een band met de Friedrich-tentoonstelling, aangezien hij een aantal transparante schilderijen geschilderd heeft, die in een donkere ruimte getoond moesten worden met glasharmonica-muziek op de achtergrond. En daarna... stilte voor de verdiende ovatie.

Als eerste bisnummer zong Robert Holl het eerste lied dat Mussorgsky ooit schreef Gdie ty zviozdotchka. Robert Holl verklaarde die keuze met de uitleg dat Shostakovitch zeer opkeek naar Mussorgsky. Tenslotte keerden we nog eens terug naar Schumann met diens ontroerend mooie Meine Rose.

Publicatie: zaterdag 22 juli 2006 om 10:05
Rubriek: Liedrecital