Il Grand' Inquisitor

La Gioconda in Luik

Vorig seizoen eindigde de Waalse Opera met de grand-opéra Les Huguenots. De huidige seizoensafsluiter is Ponchielli's La Gioconda, wat ook alle kenmerken heeft van een - zij het Italiaanse - grand-opéra. Voor de gelegenheid heeft Jean-Louis Grinda zijn directeurszetel even ingeruild voor de regisseursstoel.

Deze enscenering vertoont sterke gelijkenissen met Les Huguenots omwille van de luxueuze kostuums. Het decor moet ook het Venetië van de zeventiende eeuw evoceren. Dit gebeurt hoofdzakelijk door middel van geschilderde achtergronddoeken met bijvoorbeeld het San Marco (voor het 1e bedrijf) of een plafondschildering (voor de "Urendans" tijdens het 3e bedrijf). Voor het tweede bedrijf wordt dit aangevuld met de achtersteven van Enzo's schip en veel rook... Grinda toont een illustratieve productie zoals we dat in Luik gewoon zijn. Voor de grote koorscènes creëert hij tableaux-vivants die mooi plaatjes opleveren. De behandeling van het koor - vooral tijdens de openingsscène - gaat zelfs iets verder dan het koor simpelweg in blokken laten bewegen.

Al die visuele opulentie wordt echter niet ondersteund door een goede bezetting. Enzo Grimaldo is een archetypische tenorpartij. Maurizio Comencini zingt weliswaar de juiste noten, maar doet dit constant forte... Voor zijn beroemde aria "Cielo e mar" probeert hij op die manier boven een fictieve zeewind uit te roepen, waardoor al de intimiteit en het contemplatieve karakter van deze aria verdwijnt.

Barnaba is een Scarpia-achtige figuur... maar dan wel een waarvoor de middelen van een Verdi-bariton ingezet moeten worden. Jean-Philippe Lafont heeft enkel de donkere klank, maar niet de stijl, frasering noch het legato. Enkel op dramatisch vlak kan hij enigszins overtuigen.

Ook La Gioconda zelf, gezongen door Anna Shafajinskaia, vond ik allesbehalve geslaagd. Ze heeft heel veel metaal in haar stem, waarmee ze net doorheen de grote koorscènes kan breken. Maar echt mooi is het niet en veel interpretatieve diepgang kon ik niet ontdekken. Ik moet er wel bijzeggen dat ik haar "Suicidio" gemist heb omdat ik na het derde bedrijf vertrokken ben. Zoals ik ook eerder al geschreven heb, doet de Waalse Opera er blijkbaar alles aan om vooral niet op een deftig uur te stoppen... zelfs niet voor een opera met een normale lengte als La Gioconda. Dus voegden ze om 22u45 maar een extra pauze in na het derde bedrijf. En ik had niet veel zin om nog een uur te wachten op het slot van de opera in een snikhete operazaal en in het gezelschap van een brulbezetting.

Bij de zangers die wel aanhoorbaar waren, moet in de eerste plaats Lidia Tirendi als Laura vermeld worden. Zij heeft een mooie ronde mezzo die vooral in het derde bedrijf prachtig tot uiting kwam. Paata Burchuladze zingt weliswaar met een vreemde Italiaanse tongval, maar zijn stem stroomt tenminste lekker in de rol van Alvise Badoero.

Als seizoensafsluiter was het maar zwak... ondanks de mooie kostuums.

Publicatie: woensdag 21 juni 2006 om 11:58
Rubriek: Opera