Il Grand' Inquisitor

Sir Thomas Allen & Co in Oxford

Na twee corona-jaren is het Oxford Lieder Festival weer in volle glorie present. Het festival is al een week bezig, maar ik pik pas in bij de tweede week. Dit jaar is het festivalthema "Friendship in Song": denk dan aan intieme locaties, Schubertiades onder vrienden of vriendschappen tussen componisten en dichters.

Gisteren hoorde ik nog het laatste avondrecital van de eerste week. Het was een samenwerking met het Beethovenfest Bonn, waarmee het Oxfordfestival een nieuw partnerschap is aangegaan. Steven Walter, de artistieke leider in Bonn, heeft een avond samengesteld rond Thomas Manns "Tonio Kröger". Grote stukken uit die novelle werden voorgelezen, in een Engelse vertaling, door Thomas Allen, tevens beschermheer van het festival. Ik denk niet dat hij nog zingt, maar als verteller beschikt hij over alle expressiviteit en inlevingsvermogen waarover hij als zanger beschikte.

Het verhaal beperkt zich grotendeels tot de relatie tussen Tonio Kröger, Hans Hansen en Ingeborg Holm. Het is een relatie die je kan vergelijken met de "alte Geschichte" uit Ein Jüngling liebt ein Mädchen. Schumanns Dichterliebe stond dan ook op het programma en werd uitgevoerd door de jonge bariton James Atkinson en Sholto Kynoch. Atkinsons stem neigt eerder naar basbariton. Dat bassige werkt bijvoorbeeld goed in Im Rhein, het verklaart misschien ook waarom hij al de lage opties neemt in bijvoorbeeld Wenn ich in deine Augen seh of in Ich grolle nicht.

Hij heeft gekozen voor een extreem treurige vertolking. Al meteen vanaf Im wunderschönen Monat Mai staat de dichter op de rand van de afgrond. Die Rose, die Lilie is overdreven sarcastisch, net zoals Ein Jüngling liebt ein Mädchen dat hij zingt alsof het de dichter zelf is die zijn verhaal vertelt... in plaats van een luchtig intermezzo, verteld door een buitenstaander. Hij schrikt er ook niet voor terug om zijn stem te verkleinen, zoals een gefluisterde "ich liebe dich " in Wenn ich in deine Augen seh, een kleinschalige Und wüssten's die Blumen, of een hypnotiserende Ich hab' im Traum geweinet. In een kleine zaal zoals de Holywell Music Room is dat perfect doenbaar, al dreigt hij op die momenten de kern van zijn stem te verliezen.

De uitvoering van Dichterliebe was in blokken opgedeeld, zodat de teksten uit "Tonio Kröger" ertussengevoegd konden worden. De cyclus Landscape with Three People van Elena Langer (die ook aanwezig was gisteren) werd er op dezelfde manier doorheengeweven. Haar cyclus handelt over een driehoeksrelatie zoals in "Tonio Kröger", wat meteen in het eerste lied Landscape with Three People duidelijk wordt met "I loved him and I loved her".

De cyclus is op gedichten van Lee Harwood en heeft een unieke bezetting. Het is gecomponeerd voor sopraan en contratenor, gisteren respectievelijk Anna Dennis en Hugh Cutting, en een kamermuziekensemble. Aan drie strijkers (twee violen en een cello) werden een clavecimbel en hobo toegevoegd om extra textuur en kleur te creëren. Het is een interessant werk, al vind ik - na een eerste beluistering - niet alle liederen even geslaagd. Het beste was het middendeel met een chaotisch duet Train Love Poem, een opgewonden Distance (gezongen door Dennis) en His Return als een mooi rustpunt (gezongen door Cutting).

Tijdens het online-festival van 2020 hadden ze het idee om jonge zangers ook de mogelijkheid te geven om op te treden. Dat idee hebben ze behouden, waardoor dit recital begonnen was met twee "Emerging Artists". Caroline Taylor en George Ireland brachten vijf liederen van Johanna Kinkel, geboren in Bonn en een tijdgenote van Schumann. Ik had nog nooit van haar gehoord, maar ze blijkt een aantal mooie romantische liederen geschreven te hebben.

Het eerste lied, Nachtlied, was zo'n mooi lied, inclusief leuke stereffecten in de piano. Taylor legt de nadruk op de onderhuidse tristesse van Wunsch - "Im Meere möcht' ich fahren mit dir" - alsof het bij een wens zal blijven. Het Heine-lied Die Lorelei is dan eerder vertellend in vergelijking met de bekendere en dramatische versie van Liszt. Het slot van Du nah'st! lijkt al te verwijzen naar Dichterliebe en ze besloten met een stormachtige uitvoering van Stürmisch wandern.

Taylor beschikt over de nodige expressiviteit en het tekstgevoel om liederen overtuigend over te dragen op het publiek. Maar technisch zijn er nog wat onzekerheden in de laagte en klinkt ze soms nog te kelig.

Op sommige dagen organiseert het Oxfordfestival ook laatavondrecitals. Zo konden we gisteren na het avondrecital de straat oversteken naar de Ante-Chapel van New College. Het is een stemmige en inspirerende ruimte waar we opgewacht werden door Nick Pritchard en Ian Tindale voor een volledig Engelstalig programma met liederen van onder andere Gurney, Finzi en Rebecca Clarke. Pritchard zingt ze met een mooie, ronde tenor en uitstekende tekstprojectie.

De liederen van Ivor Gurney zijn altijd weer een ontdekking, ook de bekendere zoals het ontroerende Tears, of het intieme Sleep. Gurney heeft ook gedichten geschreven en één van zijn oorlogsgedichten heeft de Brite componist Ian Venables (hij zat ook in de zaal) geïnspireerd tot het hartverscheurende Pain, het hoogtepunt van de hele dag met een aangrijpend slot "the amazed heart cries angrily out on God". Maar daarnaast componeerde hij ook een leuk miniatuurtje als Flying Crooked over een vlinder die er niet in slaagt om rechtdoor te vliegen en maar wat heen en weer fladdert...

Publicatie: zaterdag 22 oktober 2022 om 10:34
Rubriek: Liedrecital