Il Grand' Inquisitor

Elizabeth Watts in Oxford*

Gisteren stond Camille Saint-Saëns in het middelpunt van de belangstelling in Oxford. Niet alleen herdenken we dit jaar de 100ste verjaardag van zijn overlijden, maar gisteren was het toevallig ook zijn 186ste verjaardag.

De namiddag was gevuld met twee lezingen, één over het relatief uitgebreid liedoeuvre van Saint-Saëns (ongeveer 140 liederen) en één over de Parijse salons waarin Saint-Saëns, Fauré, Pauline Viardot en dies meer vertoefden om hun muziek te laten horen.

In de geest van het festivalthema, "Nature's Songbook", had de sopraan Elizabeth Watts een fauna-recital samengesteld. Liederen van Saint-Saëns ontbraken, maar de ruggegraat van het recital was wel zijn "Le Carnaval des animaux", uitgevoerd door het gloednieuwe kamermuziekensemble Echor. Sommige van de deeltjes werden ingeleid door Watts met de grappige, bijhorende gedichten van Ogden Nash.

De jonge artiest werd deze keer mee opgenomen in de loop van het programma. De bariton Felix Kemp zong Le bestiaire, waarbij de Poulenc-miniatuurtjes in twee beurten uitgevoerd werden. Twee Mahlerliederen - Des Antonius von Padua Fischpredigt en Lob des hohen Verstandes - kwamen ook ten gepaste tijde aan bod. Hij heeft een aangename bariton, maar zat wel constant in zijn partituur.

Elizabeth Watts, begeleid door Jâms Coleman, nam de rest van de avond voor haar rekening. Ik heb lang niets meer van haar gehoord, maar ze is nog altijd een geëngageerde liedzanger. Ze gaat moeiteloos van een intrieste vertolking van Wolfs Das verlassene Mägdlein (dat met het openingsvers "Früh, wann die Hähne krähn" in het kippenhoofdstuk thuishoorde) naar een uitbundig grappige Schweig' einmal still met het "Ständchen eines Esels". In La cigale et la fourmi van Offenbach toont ze zich een meesterlijke verteller. Tot slot ontroerde ze met Griegs stervende zwaan van En svane.

Publicatie: zondag 10 oktober 2021 om 20:59
Rubriek: Liedrecital