Il Grand' Inquisitor

Der Schauspieldirektor in de Munt*

Mijn eerste opera van het jaar vond plaats in de nog altijd lege Munt... Mozarts zelden opgevoerde muzikale komedie Der Schauspieldirektor in een semi-scenische opvoering met het Muntorkest op het podium en onder leiding van Alain Altinoglu.


Madame Herz

Muzikaal gezien is Der Schauspieldirektor een kort werk met een ouverture, twee aria's, een trio en een kwartet. Het is alles bij elkaar amper een half uur lang. Het begint echter met een even lang theaterstuk dat vooraf opgenomen was in de foyer, de coulissen, een artiestenloge en andere gangen van de Munt. De regisseurs Michael De Cock en Fabrice Murgia hebben de teksten aangepast zodat ook de coronasituatie er een plaats in kreeg.

Maar het grote kader is er nog wel. De Schauspieldirektor Frank (Mieke De Groote), Eiler (Achille Ridolfi) en Buff (Dietrich Henschel) krijgen de opdracht om een voorstelling op poten te zetten. Daarom moeten er audities georganiseerd worden voor acteurs en zangers, Eiler wil zijn geliefde Madame Pfeil in de bezetting. Het mag allemaal niet teveel kosten, de persdienst zal dat wel verkopen alsof ze de meest fantastische zangers geëngageerd krijgen... het publiek merkt het verschil toch niet. De tekst zit vol knipoogjes naar het operabedrijf. Er zit zelfs een discussie in over hoe trouw een regisseur moet zijn aan de librettist en componist... terwijl op de achtergrond de regisseurs en Peter De Caluwe monkelend toekijken.


Eiler, Buff, Frank

Om die lange inleiding wat in balans te brengen wordt het theater af en toe onderbroken door extra muziek van Mozart, zoals de Nozze-ouverture of de concertaria "Vorrei spiegarvi, oh dio". De twee diva's die later zullen auditioneren - Madame Herz en Mademoiselle Silberklang - wisselen af in die aria, soms zelfs per maat. Lenneke Ruiten laat haar breekbare sopraan horen tot in de stratosfeer met heerlijk mooie trillers. Simona Saturová zorgt voor wat meer lyrisch gewicht.

De echte Schauspieldirektor-auditie begint met de strijd tussen Herz en Silberklang. Wat mij betreft "wint" Lenneke Ruiten met de vingers in de neus. Haar arietta "Da schlägt die Abschiedsstunde" doet qua sfeer denken aan Pamina's grote aria. Ruiten zingt hem met veel gevoel en kristallen coloraturen. Simona Saturová is net iets minder overtuigend in haar rondo "Bester Jüngling". Het vocaal duel bereikt zijn hoogtepunt in "Ich bin die erste Sängerin", wat als een duet begint tot Yves Saelens alias Herr Vogelsang opduikt en de twee diva's probeert te sussen en er een trio van maakt. Voor het slotkwartet "Jeder Künstler strebt nach Ehre" mag ook Dietrich Henschel nog een paar maten zingen.

Publicatie: vrijdag 19 februari 2021 om 21:21
Rubriek: Opera