Il Grand' Inquisitor

Tareq Nazmi in München*

Vandaag konden we weer genieten van een live concert vanuit de lege zaal van de Beierse Opera, dat deze keer grotendeels gewijd was aan Robert en Clara Schumann.

Tijdens het eerste deel van de avond brachten de bas Tareq Nazmi en Gerold Huber liederen van Schumann en Ibert. Nazmi was vorig jaar een prachtige Banco bij Opera Vlaanderen en ik was dan ook zeer benieuwd hoe hij het liedgenre zou aanpakken, niet in het minst omdat hij een leerling van Christian Gerhaher is.

Hij gaat nog niet zo extreem ver in zijn tekstbeleving als zijn leraar, maar hij geeft wel de nodige aandacht aan de tekst in het eerste groepje met Heine-balladen. Daarin horen we onder andere een spannende en meeslepende vertolking van Die feindlichen Brüder waarvan mijn haar gaat rechtstaan. Mein Wagen rollet langsam wordt dan weer gekenmerkt door een poëtisch "Ich sitze und sinne und träume, und denk' an die Liebste mein", gevolgd door mysterieuze "Schattengestalten". In Belsatzar kunnen we zijn lange adem bewonderen. En op het hoogtepunt van "Ich bin der König von Babylon!" krijgen we geen gebrul, maar majesteitelijk vocaal gewicht. Ook voor het slot - "Belsatzar ward [...] von seinen Knechten umgebracht" - vertrouwt hij volledig op zijn zwarte bas om de horror over te brengen.

Het is lang geleden dat ik Iberts Chansons de Don Quichotte nog live gehoord heb... dat moet ongetwijfeld geleden zijn van een recital van José Van Dam. Nazmi zingt goed verstaanbaar Frans. Het hoogtepunt is het laatste lied Chanson de la mort. Het voelt aanvankelijk wat snel aan, maar vanaf de tweede strofe heb ik kippenvel en des te meer als hij na het laatste vers "Tel est l'étrange sort du pauvre Don Quichotte" het hoge "Aaaaaaah" piano door de zaal laat zweven... spijtig dat ik dat niet echt live gehoord heb.

Om af te sluiten, keren ze terug naar Robert Schumann en de vier eerste liederen van zijn Opus 40 op gedichten van Hans Christian Andersen. Na een charmant Märzveilchen zingt hij een mooie lyrische Muttertraum, waarbij hij zich niet laat verleiden tot vocale doodsverachting, maar de de herhaling van "Der Räuber dient uns zur Speise" toch met voldoende intensiteit zingt. Der Soldat bouwt hij consequent op tot "ich traf ihn mitten in das Herz". Na de jubelende sfeer van de eerste strofe van Der Spielmann, krijgen we een pekzwarte tweede strofe. Een recital eindigen met het vers "bin selber ein armer Musikant" zal deze dagen veel artiesten wrang in de oren klingen...

In het tweede deel van de avond hoorden en zagen we een betoverende "Romantische Liebe". Voor de portretten van Robert en Clara Schumann zitten Katalin Zsigmondy en August Zirner die brieven van respectievelijk Clara en Robert voorlazen uit de periode toen ze nog niet getrouwd waren. Deze lezingen werden afgewisseld met muziek van de Schumanns, uitgevoerd door de violiste Verena-Maria Fitz en pianist Massimiliano Murrali... en een bladdraaister met een mondmasker, iets wat we waarschijnlijk vaker zullen zien eens de concertzalen terug mogen opengaan. Twee dansers van het Beierse Staatsballet dansten terwijl een nieuwe choreografie van Dustin Klein, weliswaar solonummers om de afstandregels niet in het gedrang te brengen.

Zoals gewoonlijk zal dit "Montagskonzert" weer twee weken te herbekijken zijn op de Staatsoper.TV: een aanrader !

Publicatie: maandag 18 mei 2020 om 20:58
Rubriek: Liedrecital