Il Grand' Inquisitor

Andrè Schuen in Schwarzenberg

Het Schubertiade-recital vandaag was hét recital waar ik naar uitkeek. Niet zozeer om voor de 26ste keer Die schöne Müllerin te horen, maar wel om voor de eerste keer de jonge bariton Andrè Schuen te horen, samen met zijn pianist Daniel Heide.


foto © Schubertiade Schwarzenberg

Ik was zeer onder de indruk van hun recente Wanderer-CD en vroeg me af of hij die expressiviteit en tekstbeleving ook live zou kunnen waarmaken. En ja, hij deed dat allemaal en nog wat meer ook. Om te beginnen heeft hij een prachtige lyrische bariton met een mooie openbloeiende hoogte en een zuivere dictie. Zijn stem "zit" ook fantastisch waardoor zelfs het meest subtiele piano perfect tot achterin de zaal draagt.

Het meest opvallende aan zijn interpretatie van Die schöne Müllerin is dat er eigenlijk geen is. Dus geen proto-Winterreise zoals bij Christian Gerhaher, geen flashbackvertelling zoals bij Benjamin Bruns en geen machogedrag zoals bij Matthias Goerne. Je kan Schuens vertolking nog het best vergelijken met die van Mauro Peter. Hij zingt gewoon Schubert... en meer hoeft dat echt niet te zijn.

Schuen begint opgewekt en vol verlangen aan Das Wandern. Het is het eerste strofische lied, zoals er nog meer zullen volgen. Maar het getuigt van groots meesterschap en grote liedkunst dat je nooit de indruk krijgt dat hij een strofisch lied zingt. Zijn vertolking van elke strofe volgt organisch uit de tekst waardoor het één samenhangend verhaal wordt waar je geboeid naar blijft luisteren.

Daarnaast beschikt hij over alle fantasie en stemkleur om de nodige details aan te brengen. Uiteraard is het begin van Am Feierabend één brok testosteron, uiteraard krijgt de stem van "der Meister" extra gewicht en uiteraard geeft hij de stem van de Müllerin in "Allen eine gute Nacht" een lichtere kleur. Het is een constant genot om details te ontdekken zoals in "die Lerche wirbelt" van Morgengruß als hij de R'en iets meer laat rollen en je de leeuweriken ook hoort rondtollen.

Maar hij sloeg me volledig plat met zijn piano-zingen. Als hij in Der Neugierige met "O Bächlein meiner Liebe" het beekje aanspreekt, doet hij dat met een constant en egaal mezza voce als ultieme tederheid. Hij doet dat nog eens dunnetjes over voor het volledige lied Die liebe Farbe. Als er één kippenvelmoment was dan was het wel dit. En als je tijdens Des Baches Wiegenlied denkt dat hij niet nog stiller kan zingen, dan reduceert hij zijn klank nog wat meer voor de allerlaatste strofe... gevolgd door een halve minuut stilte... en dan de ovatie.

Publicatie: woensdag 29 augustus 2018 om 20:18
Rubriek: Liedrecital