Il Grand' Inquisitor

Solveig Kringelborn - Haugtussa

De liedcyclus Haugtussa, die Grieg geschreven heeft op teksten van Arne Garborg, behoort bij ons niet echt tot het ijzeren liedrepertoire. De Noorse taal is daar ongetwijfeld schuldig aan, waardoor deze cyclus bijna exclusief door Scandinavische zangeressen gezongen wordt. En dat is spijtig... want het is schitterende muziek die heel wat mogelijkheden biedt aan een geïnspireerde zangeres om voluit kleuren en gevoelens uit te beelden.

Haugtussa is het verhaal van het helderziende meisje Veslemøy, die de zomer in de bergen doorbrengt bij haar geitjes. Door haar helderziendheid heeft ze contact met 'de andere kant', de onderwereld van trollen en duivels. Op een dag ontmoet ze Jon, de jongen van Skarebrote, en wordt verliefd. Jon breekt echter haar hart door zijn oog te laten vallen op een rijk meisje uit het dorp (de parallel met Winterreise is niet ver weg). Veslemøy zoekt troost bij de Gjetle-beek (de vergelijking met Die schöne Müllerin is even evident).

Wat de cyclus zo interessant maakt, is dat er verschillende karakters moeten uitgebeeld worden, en dus volop gelegenheid biedt aan de uitvoerder voor expressie. In de eerste plaats is er het meisje Veslemøy. We horen haar bijvoorbeeld zingen in de twee verwante liederen Blåbær-li en Killingdans. Jon zelf komt niet echt voor in de liedcyclus, maar er is wel een verteller. De twee belangrijke dramatische momenten worden bijvoorbeeld verteld; Møte beschrijft de ontmoeting tussen Veslemøy en Jon, en Vond dag vertelt dat Jon haar verlaten heeft. Maar er is nog een derde personage dat helemaal in het begin van de liedcyclus optreedt, namelijk een vertegenwoordiger van 'de andere kant'. In Det syng horen we die stem, die als een archetypische Erlkönig Veslemøy probeert te verleiden om naar zijn wereld te komen. Dat is trouwens het enige moment in de liedcyclus dat we iets merken van dat aspect van haar persoonlijkheid (op een korte allusie in het tweede lied, Veslemøy, na).

Het ongeluk wil dat er bij ons nauwelijks opnamen van deze liedcyclus te vinden zijn. En de enige twee (moderne) opnamen zijn dan nog van niet-Noren, die ik geen van beide echt geslaagd vind. De Zweedse Anne Sofie von Otter en de Finse Monica Groop zijn interpretatief erg vergelijkbaar. Ze zingen alles heel braaf, maar vooral in de vertellende liederen merk ik weinig emotionele betrokkenheid van de verteller. Als Vond dag mij niet raakt, dan is het gewoon niet goed... punt. En bij deze twee mezzo's voel ik effectief niets. Ik ken weliswaar geen Noors (en ik veronderstel dat hun uitspraak wel in orde is), maar toch klinkt en voelt hun Noors ook niet zoals bij Noorse zangeressen.

Kirsten Flagstad is wel op en top Noors, maar haar opname uit 1956 is stilistisch gedateerd. Ik kan me bij haar Haugtussa ook niet ontdoen van het beeld van een dartele Isolde die in de Noorse bergen tussen de koeien en geiten rondhuppelt. Een paar jaar geleden verscheen een opname met Randi Stene - sommigen herinneren zich misschien haar Brangäne in de Vlaamse Opera - en haar interpretatie benadert wel de perfectie of tenminste het beeld dat ik van deze liedcyclus heb.

En nu is er dus een nieuwe opname verschenen met de Noorse sopraan Solveig Kringelborn en Malcolm Martineau. In zowat al hun liedrecitals over de hele wereld hebben ze Haugtussa uitgevoerd; op 4 januari 2001 ook in de Vlaamse Opera. Tijdens al deze uitvoeringen werd hun interpretatie telkens verfijnd. Vocaal gezien is Randi Stene nog altijd de betere. Kringelborn klinkt in de hoogte soms wat dun als ze piano zingt, en de laagste noten zijn ook niet echt vol doorgezongen. Maar dat maakt ze ruimschoots goed op andere vlakken. Met haar interpretatie gaat ze een hele stap verder dan Randi Stene.

Det syng krijgt de verwachte verleidelijke "Erlkönig-klank" mee. In Blåbær-li speelt ze met de verschillende kleuren voor beer, vos en wolf om vol oprechte humor de laatste strofe te zingen. Op geen enkele andere opname komt het volksliedkarakter van Killingdans zo sterk tot uiting; Kringelborn begint net niet te jodelen. Vond dag begint nog wel vol verwachting naar Jon, maar de emotie slaat heel snel om... haar verdriet wordt bijna tastbaar en de ontroering die ze teweeg brengt is onvermijdelijk. Malcolm Martineau is heel de tijd een zeer presente begeleider, wat ik in de andere opnames ook in meer of mindere mate mis. Maar Martineau maakt duidelijk dat er in de pianopartij ook vanalles gebeurt.

Edvard Grieg heeft nog meerdere liederen uit Garborgs Haugtussa op muziek gezet, zonder ze op te nemen in de liedcyclus. Solveig Kringelborn begint met een van die liederen... ze plaatst Ku-Lok vlak voor Haugtussa en het zet meteen de toon. De geluidsingenieurs hebben zich blijkbaar wel uitgeleefd om bergachtige echo-effecten te creëren.

Op de CD zingt ze verder nog een aantal liederen op gedichten van Vinje (Griegs opus 33), maar het is vooral de Haugtussa die deze CD onmisbaar maakt.

Publicatie: woensdag 18 augustus 2004 om 21:47
Rubriek: CD & DVD