Il Grand' Inquisitor

Orphée et Eurydice in de Munt

Tientallen componisten hebben zich de laatste 400 jaar laten inspireren door de Orpheus-legende: van Peri en Monteverdi tot Henze en Birtwistle, met een omwegje via Offenbach. Glucks Orphée et Eurydice is een van die Orpheus-opera's, die ik nog nooit live gezien had... tot gisteren in de Munt.

Drie jaar geleden heeft Romeo Castellucci al eens geprobeerd om een opera te regisseren. Ondanks het feit dat "zijn" Parsifal prijzen gekregen heeft, vind ik het nog altijd een grotendeels mislukte productie. Ik hoopte dat een iets bescheidener werk zoals Orphée et Eurydice hem beter zou liggen. Driewerf helaas. Alhoewel zijn uitgangspunt goed gevonden is, maakt hij dezelfde fouten. Koren worden weggestopt in de coulissen of de orkestbak, de balletmuziek wordt grotendeels geknipt en essentiële thema's van de opera worden straal genegeerd omdat het niet in zijn verhaal past.

Dat uitgangspunt is de parallel die getrokken wordt tussen Eurydice en Els, een jonge vrouw die volledig verlamd is. Het is een sterk idee dat relevant is voor Glucks opera, maar dat te licht weegt of op zijn minst niet voldoende uitgewerkt wordt om een volledige avond te boeien.

Het eerste uur van de voorstelling wordt gereduceerd tot een concertante voorstelling. We zien enkel een projectiescherm, een stoel voor Orphée en een microfoon. Terwijl Orphée zijn smart uitzingt, wordt op het scherm het schrijnende levensverhaal van Els en haar familie geprojecteerd. Die - uiteraard Engelstalige - tekst is zo dwingend dat de muziek letterlijk naar de achtergrond verdwijnt.

Na verloop van tijd maakt het witte scherm plaats voor wazige live-videobeelden, gefilmd door de voorruit van een auto, tijdens een autorit naar de revalidatiekliniek waar Els verblijft. Het is een lange rit die spanning opbouwt tot we aankomen bij het ziekenhuis. Het is pas dan dat de productie eindelijk interessant wordt. Eurydice maakt haar opwachting op het podium, weliswaar achter het videoscherm, en we zien Els in haar bed met een koptelefoon waardoor ze live de muziek vanuit de Munt hoort.

Het zijn die laatste twintig minuten die de voorstelling min of meer redden. Op het moment dat Eurydice voor de tweede keer sterft, wordt het videobeeld volledig wit. Even later wordt de hele zaal in duisternis gehuld terwijl Orphée de bekendste aria uit deze opera zingt. De redding van Eurydice wordt dan voorgesteld door een tuin met vijver waaruit een naakte Eurydice als een waternimf herboren opduikt.

Ik heb wel problemen met het feit dat de "kracht van de muziek" totaal geen aandacht krijgt, alhoewel het een van de belangrijke thema's van de opera is. Maar zoals eerder al gezegd, is de muziek een bijkomstigheid voor deze regisseur. Indirect hoop ik dat de kracht van de muziek wel een therapeutisch effect heeft op Els, maar ik had er ook graag in de voorstelling iets van teruggezien.

De versie die de Munt opvoert, is de bewerking die Berlioz ongeveer een eeuw na Gluck maakte voor de Franse alt Pauline Viardot. Hervé Niquet leidde het Muntorkest. Ik heb de Berlioz-versie nog nooit gehoord - ik weet zelfs niet of er überhaupt een opname van bestaat - maar Niquets vertolking klonk meer verankerd in de baroktraditie dan in de romantiek van Berlioz.

Stéphanie d'Oustrac is een van de grote Franse mezzo's van het moment, die dicht in de buurt van de gewenste Orphée-alt komt. Haar meest indrukwekkende moment was het einde van het eerste bedrijf als ze "Amour, viens rendre à mon âme" zonder orkestbegeleiding zingt. Het is het meest virtuoze moment van de opera. Ondanks haar barokverleden, was ik wel verbaasd te horen dat de paar loopjes moeizaam klonken. Maar ze zingt wel met een mooie diepte en warme stem. Kleurrijker wordt ze aan het begin van het derde bedrijf met het recitatief "Quel nouveau ciel pare ces lieux". Haar uitvoering van "J'ai perdu mon Eurydice" had de nodige diepgang en zorgde - zeker in een duistere zaal - voor een ontroerend moment.

Eurydice werd gezongen door de jonge Franse sopraan Sabine Devieilhe. De rol van Eurydice heeft wel niet de dimensies van een Lakmé of zelfs van een Constance, waarin ik haar eerder hoorde. Haar frisse sopraan is perfect voor de rol, maar in haar aria "Fortune ennemie" kan ze ook voldoende kleur en emotie leggen.

Publicatie: donderdag 19 juni 2014 om 16:33
Rubriek: Opera