Il Grand' Inquisitor

Dialogues des Carmélites in Parijs

Olivier Py moet de laatste weken heel wat Thalys-punten verzameld hebben. Vorige week ging zijn productie van Hamlet in de Munt in première, sinds deze week speelt ook een nieuwe productie van Dialogues des Carmélites in het Théâtre des Champs-Elysées.


foto's © Vincent Pontet

Poulencs opera speelt tegen de achtergrond van de Terreur van de Franse Revolutie en leent zich dus ook voor een typische Py-productie in zwart-grijze tinten. Het decor van Pierre-André Weitz is, in vergelijking met bijvoorbeeld zijn ontwerpen voor Hamlet of Les Huguenots, minder monumentaal. Een sober scènebeeld met houten vloer en wanden, die weliswaar heen en weer schuiven, volstaat. Meer dan een kroonluchter is niet nodig om het kasteel van de familie de la Force te evoceren.

De regie van Olivier Py kenmerkt zich door de transparantie en de rust die ze uitstraalt, zonder grootse gebaren of hectische scènes, maar met veel aandacht voor details. Zelfs een klein rolletje als dat van Thierry, de kamerdienaar van de Markies, wordt niet vergeten als hij in de eerste scène al duidelijk maakt dat hij zijn meester wel mores zal leren. Het stille verzet van de karmelietessen is ook zichtbaar als ze de woorden "liberté" en "egalité", die met krijt op de muren geschreven worden, aanvullen met respectievelijk "de Dieu" en "devant Dieu". Of nog de evocatie van het Laatste Avondmaal als ze de laatste keer samenzijn.

De meest opvallende scène is de sterfscène van de Oude Priores. We krijgen een bovenaanzicht van haar ziekencel te zien, dat ook qua belichting mooi in beeld gebracht werd. Op het moment dat ze sterft vallen haar armen open en vormt ze een Christusbeeld. Kruisbeelden en kerstscènes zijn een constante in deze productie.

Ook muzikaal was het een fantastische uitvoering met een bijna volledig Franse bezetting, aangevoerd door de Blanche van Patricia Petibon. Haar stem evolueert mooi in de richting van een volle lyrische sopraan. Alleen in de hoogte begint ze aan kleur te verliezen, maar dat belet haar niet om een doorleefde Blanche met al haar angsten uit te beelden.

Sophie Koch was een ideale Mère Marie. Vooral in het tweede deel van de avond neemt ze de leiding met haar mahoniehouten mezzo. Ze is groots en vastberaden in de scène die leidt tot de stemming over het martelaardom. Op papier leek Véronique Gens perfect voor Madame Lidoine, maar er ging iets te weinig autoriteit uit van haar vertolking.

Sandrine Piau was voorzien voor Soeur Constance, maar ze is al een hele week ziek. Voor de première werd ze vervangen door Anne-Catherine Gillet, maar zij was gisteren ook ziek en we kregen Sabine Devieilhe, die momenteel Lakmé reperteert in de Opéra Comique, als een fris klinkende Constance. Rosalind Plowright zong Madame de Croissy. Ik vond haar weinig overtuigend in haar sterfscène. Maar ze moet natuurlijk opboksen tegen mijn herinnering aan Rita Gorr in deze rol.

Deze productie is een co-productie met de Munt, dus zou men kunnen verwachten dat we ze ook ooit in Brussel te zien krijgen... Hopelijk verdwijnt ze niet in de schuif met andere Parijse co-producties waar ook Carmen en La muette de Portici nog liggen te wachten.

Publicatie: zaterdag 14 december 2013 om 09:46
Rubriek: Opera