Il Grand' Inquisitor

Dialogues des Carmélites in Wenen

In de Wiener Staatsoper wordt momenteel Dialogues des Carmélites hernomen in een productie van Magdalena Fuchsberger uit 2023, die toch te wensen overliet.

Alles speelt zich af in een eenheidsdecor van Monika Biegler, een houten stelling met trappen en allerlei kamertjes, dat op een draaiplateau staat. Om een of andere reden begint elk bedrijf, nog voor het orkest speelt, met dat decor dat een paar toertjes doet. In dat decor lopen ook een paar figuranten rond. Vier zwart geklede personen met dierenkoppen belagen Blanche, als een verpersoonlijking van haar persoonlijke angsten. Verder is er een danser in wit kostuum, met een geharnaste arm en een groot zwaard, die doet denken aan Jeanne d'Arc als een soort voorafspiegeling van het martelaarschap van Blanche en de andere karmelietessen. Best wel interessante toevoegingen.

Ik was minder overtuigd over hoe sommige scènes geregisseerd werden. Onder andere de sterfscène van Madame de Croissy. Fuchsberger vertaalt haar doodsangst in een hysterisch gedoe waarbij ze in en uit haar sterfbed springt. De dialoog tussen Blanche en haar broer wordt soms als de liefdesscène van de opera gepercipieerd, maar daarom hoeft de Chevalier zijn zus nog niet te bespringen of afscheid te nemen met een innige kus. De aankomst van Madame Lidoine wordt ook vreemd in beeld gebracht door haar meteen als een allemansvriend neer te zetten die alle nonnen hartelijk individueel begroet. Dat is een verdedigbare keuze, maar ik heb toch liever een waardige priores die een natuurlijk leiderschap uitstraalt. Het probleem is natuurlijk dat mijn beeld van deze opera voor eeuwig misvormd is door de onvergetelijke Carsen-productie.

Ook de slotscène komt niet in de buurt. Op zich wel goed gedaan als alle karmelietessen op een balustrade staan en een voor een achteraan door een (hemels)poort verdwijnen. Maar het mislukken van deze scène heeft mijns inziens vooral te maken met de dirigent Robin Ticciati. De geluiden van de vallende guillotine zijn amper te onderscheiden in de orkestklank, waardoor deze scène minder impact maakt. Ook eerder slabakt het orkest wat, zeker in het eerste bedrijf zou het orkest voor wat meer stuwing kunnen zorgen.

Dat is nog het meest opvallend in de scène van Blanche en de Chevalier. Olga Kulchynska begon de opera wat schuchter, maar was snel opgewarmd om een uitstekende Blanche te zingen. Bogdan Volkov stelde daarentegen teleur. Hij heeft de rol recent in Luik gezongen, maar de grote zaal van de Staatsoper is toch een maat of twee te groot voor zijn stem. Julie Boulianne kennen we ook uit Luik. Ze is duidelijk gegroeid in de rol, en bereikt haar hoogtepunt als ze tijdelijk de rol van de priores overneemt en met autoriteit zingt.

Sylvie Brunet-Grupposo maakt indruk als Madame de Croissy, ondanks het hysterisch gedoe. Maria Motolygina zong de rol van Madame Lidoine met een prachtig glanzende en ruime stem. Maria Nazarova was een wisselvallige Soeur Constance met een stem die af en toe verdwijnt. Michael Kraus, nog een oudgediende uit de jaren '90 in de Vlaamse Opera, was tenslotte een goede Marquis de la Force.

Publicatie: vrijdag 21 november 2025 om 08:44
Rubriek: Opera