Il Grand' Inquisitor

IMKEB 2014 - Eerste ronde, dag 1

Na het bekijken van 214 DVD's heeft de preselectiejury 73 zangers toegelaten tot de eerste ronde van de Koningin Elisabethwedstrijd voor Zang. Daarvan zijn er uiteindelijk 64 komen opdagen in Flagey, 50 vrouwen en 14 mannen.

De stemtypes zijn als volgt verdeeld:

Het grote aantal sopranen is niet echt een verrassing. Maar het feit dat de helft van de mannelijke kandidaten tenor is, is dat wel. Opvallend is ook de relatief hoge leeftijd van de kandidaten (gemiddeld 27-28 jaar).

In de eerste ronde krijgt elke kandidaat maximum een kwartier om twee werken te zingen in twee verschillende talen. De keuze is verder totaal vrij, maar sommige zangers blijken toch weer ongepaste keuzes te maken. Het Strauss-jaar heeft blijkbaar ook verschillende kandidaten geïnspireerd vrij vaak voor Strauss-liederen of aria's te kiezen.

Julie Martin du Theil (sopraan, Frankrijk/Zwitserland, 30 jaar) mocht de spits afbijten. Ze toont reeds in Debussy's La romance d'Ariel een problematische hoogte. Als Adele probeert ze wel een acteerdraai te geven aan Spiel ich die Unschuld, maar haar loopjes zijn te slordig en haar hoogte piept.

Florie Valiquette (sopraan, Canada, 27 jaar) begon met Servilia's aria S'altro che lagrime. Ze weet wel emotie in haar stem te leggen, maar springt te wild naar haar hoge noten. In En proie à la tristesse, Comtesse Adèle in "Le comte Ory", glijdt ze door de coloraturen en mist hier en daar een hoge noot.

Jodie Devos (sopraan, België, 25 jaar) zorgde voor een eerste dramatisch moment toen ze na haar eerste aria flauwviel. De jury heeft toegestaan dat ze vrijdagavond een herkansing krijgt.

Kinga Borowska (mezzo, Polen, 27 jaar) begon met een zwak Allerseelen. Ze zwaait iets te veel met haar armen en plaatst vreemde adempauzes die de tekst van Strauss' lied verstoren. De aria van Leonora uit "La favorita" schijnt plots populair te zijn. Gisteren werd die niet minder dan drie keer gezongen. Borowska krijgt extra punten omdat ze voor de Franse versie, O mon Fernand, koos. Ze brengt een statig gedragen voordracht en laat een grote hoogte weerklinken.

Emoke Baráth (sopraan, Hongarije, 28 jaar) begon ook met Strauss. Ich woll't ein Sträusslein binden presenteert haar als een goede liedzangeres. Daarna gaf ze een mooie en frisse vertolking van Di tante sue procelle uit "Il re pastore". Een stijlvolle zangeres die ik zeker wil terughoren.

Rebecca Verena Koch (sopraan, Duitsland, 27 jaar) begon uitstekend met Schumanns Nachtlied al was haar adem wat kort. Maar die goede eerste indruk verknoeide ze met Ah, je veux vivre. Ze heeft maar een halve triller en kan onvoldoende staccato zingen. Een aria die moet spetteren dat de stukken eraf vliegen, viel op die manier totaal plat. Als liedzangeres zie ik haar wel zitten, maar met liederen win je - spijtig genoeg - geen Elisabethwedstrijd.

Inès Berlet (mezzo, Frankrijk, 30 jaar) zong twee travesti-partijen, Nobles seigneurs, salut en Sein wir wieder gut. Op expressief vlak weet ze zowel Urbain als de Komponist redelijk gestalte te geven, al kan het nog iets meer zijn. Voor een mezzo is haar laagte wel te zwak.

Yang Liying (sopraan, China, 28 jaar) had het ongelukkig idee om met Mozarts Exsultate te beginnen. Mozart is één van die componisten die elke onzuiverheid pijnlijk blootlegt. In haar geval zijn dat ongelijke registers en slordig staccatowerk. Chi il bel sogno di Doretta klonk dan weer als Cio-cio-san, wat op zich niet erg is, ware het niet dat haar hoge noten te explosief en kortaf zijn.

Sarah Laulan (mezzo, Frankrijk, 29 jaar) is met voorsprong de zangeres met het meest creatieve programma (ook haar voorstellen voor de volgende rondes zien er zeer origineel uit). Zueignung is misschien nog niet zo origineel en had ze beter ook niet gekozen, aangezien haar Duits niet goed genoeg is. Maar haar stem wordt wel gekenmerkt door een mooie warmte. De aria van de Sfinks uit "Oedipe", Je t'attendais, klonk gepast mysterieus. Ze is soms wat slordig met haar dictie, tenzij in de meer recitatieve delen.

Lee Myungjin (sopraan, Korea, 28 jaar) heeft niets te zoeken in deze wedstrijd. Ze begon zenuwachtig aan Quel guardo il cavaliere met een stem die niet goed zit en een hoogte die kraakt. Kommt ein schlanker Bursch was totaal onverstaanbaar en stijlloos.

Meghan Lindsay (sopraan, Canada, 28 jaar) heeft drie jaar geleden ook meegedaan en hoopt deze keer wel de eerste ronde te overleven. Wat mij betreft zou dat best kunnen lukken. Haar Allerseelen heeft de gepaste vocale traan en ze laat haar stem mooi openbloeien voor het slot. Ook in Bellini's Qui la voce toont ze een breed dynamisch bereik en een goed mezza voce.

Hyesang Park (sopraan, Korea, 25 jaar) opende de avondsessie en sloeg me meteen plat met een perfect messa di voce op de "Eccomi" van Oh, quante volte. Ze neemt haar tijd om het recitatief mooi op te bouwen. En zingt nadien een zuivere aria, al zit de emotie iets minder in haar stem dan in haar bewegingen. Strauss' Als mir dein Lied erklang was dan weer een foute keuze, wat ze met te veel opera-expressie bracht.

Charles Dekeyser (bas, België, 27 jaar) was na 12 (mezzo)sopranen eindelijk de eerste man op het podium. Nog meer dan Mozart moet je lef hebben om vrijwillig Bach te zingen op een zangwedstrijd. Met Schlummert ein koos hij dan ook nog eens een aria uit de bekendste bas-cantate die er bestaat. Met perfecte dictie, goed gedragen tekstvoordracht en mooi legato brengt Dekeyser rust in de zaal. Don Basilio kan een wat stijve hark zijn en hij blijft dan ook stokstijf staan, maar alles wat moet gebeuren, gebeurt wel in zijn stem. Een ticket voor de volgende ronde lijkt onvermijdelijk.

Charlotte Dellion (sopraan, Frankrijk, 29 jaar) heeft een grote lyrische stem en dus lijkt Come scoglio geen slechte keuze. Maar dan moet ze ook wel een iets betere laagte hebben en in het ideale geval ook een deftige triller. Ze eindigde met een vlakke L'invitation au voyage, waarbij haar hoogte haar in de steek liet.

Cecilia Molinari (mezzo, Italië, 23 jaar) heeft een mooi warm timbre, maar is interpretatief nog zwak. Ruggiero's Sta nell' Ircana uit "Alcina" was te monotoon. Ook Rossini's Agnus Dei was slaapverwekkend.

Zhang Yuan (mezzo, China, 26 jaar) heeft wat hetzelfde probleem. Ze heeft ook een ronde stem, maar staat technisch sterker. Haar Komponist, Sein wir wieder gut, klonk voldoende Duits. Ze zong ook de Italiaanse Oh mio Fernando met een vreemde "Russische" klank.

Hrafnhildur Árnadóttir (sopraan, Ijsland, 28 jaar) heeft een generieke stem. Haar Mozart, Tiger, wetze nur die Klauen uit "Zaide", had weinig lijn. Ze verbeterde zienderogen in de Cours-la-Reine-scène en bracht een existentiële Manon.

Marta Swiderska (mezzo, Polen, 28 jaar) zingt alsof er een knoop in haar tong ligt. Carmens kaartscène was onverstaanbaar, maar ze heeft wel een grote stem met veel metaal. Op het einde van haar vertolking van Oh mio Fernando klonk ze al vermoeid.

Virginia Blanco Pérez (sopraan, Spanje, 26 jaar) begon met een ingetogen Apparition van Debussy. Als Norina bracht ze een sprankelende Quel guardo il cavaliere met een zekere nonchalante interpretatie én een goede triller.

Laure Barras (sopraan, Zwitserland/Canada, 29 jaar) heeft een volle lyrische stem. Ze begon met Come scoglio, wat ze poepsimpel liet klinken. Ze eindigde met een heel mooie Green van Debussy.

Liu Chang (tenor, China, 24 jaar) zet zijn stem constant onder druk. Zijn intonatie in Tamino's Bildnis-Arie was ook niet altijd correct en hij dekt zijn stem constant toe. En als je als zanger niet 200% zeker bent van je hoge do, dan moet je vooral niet Salut, demeure chaste et pure proberen te zingen... een pijnlijke afsluiter van de eerste dag.

Als ik uit deze twee sessies acht kandidaten moet kiezen voor de volgende ronde, dan zijn het (in volgorde van optreden):

Publicatie: donderdag 15 mei 2014 om 08:56
Rubriek: Concert