Il Grand' Inquisitor

Le Duc d'Albe in Antwerpen

Aviel Cahn wil regelmatig een opera brengen die verband houdt met Vlaanderen. Zo kregen we twee seizoenen geleden Don Carlos. In dezelfde periode speelt zich ook Le Duc d'Albe - oftewel "De Hertog van Alva" - af. De Spaanse bezetting is slechts achtergrond, de opera handelt vooral over de persoonlijke en conflicterende gevoelens van de verzetsstrijder Henri de Bruges die verliefd is op Hélène, de dochter van de onthoofde Graaf van Egmont, maar de zoon van de Hertog van Alva blijkt te zijn.

Deze opera had Donizetti's "grand opéra" voor Parijs moeten worden, maar hij heeft hem nooit afgewerkt. In de loop van de tijd werden wel een aantal Italiaanse versies vervolledigd onder de titel Il duca d'Alba. De Vlaamse Opera gaf aan Giorgio Battistelli, die ons eerder al Richard III bezorgde, de opdracht om een uitvoeringsklare Franse versie te componeren.


foto © Annemie Augustijns

Het werk van Battistelli situeert zich vooral aan het begin van het derde en het einde van het vierde bedrijf. Dat derde bedrijf is dramatisch en muzikaal een overweldigend bedrijf, dat de vergelijking kan doorstaan met bijvoorbeeld het tweede bedrijf van Un ballo in maschera of het vierde bedrijf van Don Carlos. Het begint met de monoloog van Alva waarin hij een brief leest - een klassieke dramatische operatruuk - waaruit blijkt dat Henri zijn zoon is. Vervolgens komt de confrontatie met Henri, waarin Alva wanhopig probeert om Henri te overtuigen om hem "vader" te noemen". In de volgende stap wordt het een trio met de Spaanse officier Sandoval en eindigt het bedrijf met een koorscène waar ook Hélène in optreedt.

Voor de grote monoloog van Alva heeft Battistelli een tweezijdig klankbeeld gecomponeerd. De introductie heeft een modern koloriet dat me aan Messiaen deed denken. De aria "Au sein de la puissance" sluit meer aan bij de klankwereld van Donizetti. De cabaletta "Au roi qui m'appelle" ligt ergens tussenin. Het bevat wel niet het vocaal vuurwerk dat van een 19de eeuwse componist gebruikelijk is, maar werkt toch efficiënt. Zo'n groots bedrijf staat of valt met zijn vertolkers. Wat de mannelijke vertolkers betreft, heeft de Vlaamse Opera een gelukkige hand getroffen. De bariton George Petean is een indrukwekkende Alva met schitterend legato, homogene en zaalvullende projectie en daarenboven een viriele en heldhaftige hoogte.

Ismael Jordi is een rijzende ster aan het tenorfirmament en zingt een uitstekende Henri. Hij heeft ook het bekendste moment van de opera met de aria "Ange des cieux", die hij ingetogen zingt. Donizetti zou de muziek van deze aria later recycleren in La favorita als "Spirto gentil". Vladimir Baykov, de jonge Russische bas die een paar jaar geleden met José Van Dam alterneerde in Boris Godunov, was een resonant klinkende Sandoval die in het eerste deel van de opera misschien wat chargeerde.

De zwakke schakel van deze bezetting was de Hélène van Rachel Harnisch, die eerder ook al geen verpletterende indruk naliet in L'amour de loin. Voor het zeemanslied van het eerste bedrijf heeft ze niet de kracht, haar gebed in het tweede bedrijf is iets beter. Maar desalniettemin kan ze niet verhullen dat haar hoogte geen kleur heeft en schel klinkt. Haar lage en middennoten projecteren nauwelijks en haar Franse dictie is benedenmaats.

De donkere enscenering van Carlos Wagner tracht uiteraard niet om het Vlaanderen van de 16de eeuw op scène te zetten. De opera begint dus niet met een kermisscène op de Grote Markt van Brussel, maar geeft wel meteen de terreur van Alva weer. Het podium ligt bezaaid met lijken, die door de Vlaamse bevolking beweend worden. Van dat beeld wordt een boog gespannen naar de slotscène. De lijken zijn vervangen door de kleine kruisjes van een soldatenkerkhof.

Het universeel militarisme vinden we terug in het decor met gigantische marscherende soldaten, de zwarte Gestapo-achtige kostuums voor de Spanjaarden of de videobeelden van overvliegende vliegtuigen. Opvallend zijn ook de Spaanse tatoeages die uiteraard ook op de borstkas van Henri blijken voor te komen.

Samen met de stuwende leiding van dirigent Paolo Carignani is dit een geweldige voorstelling. Als er maar één productie zou zijn die je dit seizoen in de Vlaamse Opera gaat bekijken, dan is het deze. Het is een voorstelling die blijft nazinderen.

Publicatie: maandag 7 mei 2012 om 16:07
Rubriek: Opera