Il Grand' Inquisitor

Schubertiade, deel 1

Ik heb in het Bregenzer Wald niet meteen een gemakkelijk toegankelijk internetcafé gevonden en zal daarom in een aantal afleveringen een en ander vertellen over de Schubertiade... een Schubertiade die geplaagd werd door wel heel veel vervangingen wegens ziekte. Van de twaalf recitals die ik gehoord heb, waren exact de helft zoals aangekondigd.

Het begon allemaal op 28 augustus met een recital van Angelika Kirchschlager en Helmut Deutsch. Ze brachten een volledig Schubertprogramma met "Dood" als thema voor de pauze en "Verleiding" na de pauze.

Het programma opende met een van die gigantische Schiller-kantates Klage der Ceres: Prosperina werd door Pluto ontvoerd om Koningin van de Onderwereld te worden en haar moeder Ceres bezingt gedurende een kwartier haar klacht. Ik heb meestal de indruk dat dergelijk liederen enkel op het programma verschijnen op vraag van de organisatie, want er is niemand die dit echt wil horen... of zingen.

Om in de sfeer te blijven werd dit vervolgd met Der Tod und das Mädchen, dat naadloos overging in Schwestergruß om een paar liederen verder te eindigen met Die Allmacht. Kirchschlager heeft een quasi-perfecte stembeheersing die ze inzet om individuele woorden te kleuren, zoals een opvallend plotseling verbleken van 'tod' in Schwestergruß, of om meer algemeen de juiste accenten te treffen... gaande van de angst van 'das Mädchen' of de hypnotiserende 'Tod' (ze zingt trouwens de lage optie op het einde) tot de grootse verheerlijking van Jehovah in Die Allmacht.

Na de pauze veranderde de sfeer totaal en begon de grote verleidingscampagne; eerst met de drie "Gesänge" van Ellen (inclusief het beroemde Ave Maria). De sfeer werd pas echt broeierig vanaf Heimliches Lieben om te eindigen met Geheimes en Versunken. Angelika Kirchschlager had niet de minste moeite om haar publiek te verleiden met deze sensuele liederen.

Tijdens de pauze kregen we te horen dat beide zangers voor de dag nadien - Stephan Genz en Barbara Bonney - wegens "akute Erkrankung" afgezegd hadden.

Stephan Genz werd vervangen door Christiane Oelze, met Eric Schneider aan de piano. In vergelijking met haar recital een paar jaar geleden in Gent heeft ze haar soubrette-stem ingeruild voor voor een iets vollere, meer lyrische sopraan. En spijtig genoeg is dit geen verbetering. Vroeger had ze het probleem dat ze allerlei interpretatieve ideeën had, maar dat haar stem niet voldeed om die uit te voeren. Dit is nu grotendeels opgelost, maar ze heeft daarvoor moeten inboeten op flexibiliteit en lichtheid. Daar komt nog bij dat ze al haar liederen overgiet met een overdosis aan rubato. De vrijheden die ze zich permitteert lopen soms de spuigaten uit, in die mate zelfs dat ze door al haar geïmproviseer zelfs eenmaal volledig de draad kwijtraakte in Die Taubenpost. Voeg daarbij nog een twijfelachtige intonatie en dat ze soms vergeet te zingen en meer brult... en je hebt een spannende, maar ook stresserende, namiddag.

Dat betekent niet dat er niets te genieten viel. Sommige van Mahlers Wunderhorn-Lieder vielen best mee of haar eerste bisnummer Die Forelle, dat eens niet als een grappige anekdote opgevoerd werd. Maar alles bij elkaar was dit niet voldoende om een geslaagd recital te zijn... We zullen zien hoe ze het er in januari in deSingel vanaf brengt.

's Avonds hadden we dan Barbara Bonney moeten horen... zij werd voor de pauze vervangen door Marcus Ullmann en na de pauze door Thomas Quasthoff, allebei begeleid door Justus Zeyen.

De jonge tenor Marcus Ullmann zong eerst vier Schubertliederen en vervolgens de Eichendorff-Liederkreis. Vooral de Schumann was te hoog gegrepen. Hij heeft een kleurloze stem die slecht projecteert alsof ze ergens halverwege zijn keel blijft steken. Verdere problemen in de hoogte werden duidelijk in Mondnacht en Auf einer Burg, dat meer gereciteerd werd dan gezongen... en als je zelfs Waldesgespräch niet boeiend kunt maken, dan wordt het bijna hopeloos. Ik betrapte me er dan ook verschillende keren op dat ik meer naar het boeiende pianospel van Justus Zeyen aan het luisteren was dan naar de zanger...

Ik had graag Bonney's interpretatie van Dichterliebe gehoord, maar een Dichterliebe met Thomas Quasthoff is een meer dan waardig alternatief. Perfectie valt moeilijk te omschrijven en ik zal dan ook geen poging ondernemen om dit te doen... het volstaat om te zeggen dat deze Dichterliebe in deze categorie valt. De rest van het publiek scheen dit ook zo te ervaren... terwijl er voor de pauze nog heel wat gekuch te horen was tussen de liederen, was de concentratie die Quasthoff opriep van die mate dat het heel de tijd muisstil bleef om toch maar niets te missen van de opvoering. Het was dan ook niet verwonderlijk dat ze op het einde zo ongeveer de zaal afbraken.

Voor hij zijn bisnummer Widmung zong, kondigde hij nog aan dat Ian Bostridge ook ziek was en dat hij aangeboden had om dat recital over te nemen !

Bij het verlaten van de zaal kregen we dan te horen dat Simon Keenlyside ook een verkoudheid had en zijn duo-recital met Kirchschlager afgezegd had, zodat we al konden vooruitkijken naar nog een solo-recital met Angelika Kirchschlager...

Publicatie: zondag 8 september 2002 om 09:45
Rubriek: Liedrecital