Il Grand' Inquisitor

Christoph Prégardien in de Munt

Het eerste recital in de Munt dit seizoen werd uitgevoerd door Christoph Prégardien en Stefan Litwin. Het was het soort recital waarbij het niet zozeer om de vocale prestaties draait, maar meer om de inhoudelijke samenhang van het programma.


(foto © Matthias Müller)

De rode draad doorheen hun recital waren liederen van Hanns Eisler. Hij heeft een paar honderd liederen geschreven, vaak op teksten van Bertolt Brecht, in uiteenlopende stijlen. Maar desalniettemin blijft zijn oeuvre toch nog onontgonnen terrein. De Eisler-liederen werden afgewisseld met liederen van Mahler, Schubert, Charles Ives, ... telkens samengebracht in een groepje thematisch verwante liederen.

Hanns Eislers Die alten Weisen, in lyrische stijl, opende een groepje met volksliederen. Schuberts Der Lindenbaum kan, buiten zijn Winterreise-context, ook als een volkslied gezien worden. Het Wiener Lied van Eisler had wat meer Weense schwung mogen hebben, en er weerklonken een paar ongemakkelijke hoge noten... net zoals in Rheinlegendchen. Een reeks boomliederen zorgden voor een lichtere noot.

Maar bij Eisler wordt vaak aan de weerhaken in zijn liederen gedacht. Charles Ives' In Flanders Field opende een doos oorlogsliederen, waaronder de creatie van Menschlichkeit van de pianist van de avond, waarin regelmatig het gedreun van kanonnen in de piano weerklinkt. Met Eislers Der Graben komen we in de stijl van Kurt Weill terecht. Dankzij Prégardiens perfecte tekstvoordracht wordt het een beklijvende ervaring. Revelge en Die Ballade von der Krüppelgarde zijn dan weer twee contrasterende zijden van dezelfde medaille. Vooral het Eislerlied, waarin de pianist stem geeft aan de kreupele soldaten, is bitterzoet.

Het eerste blok na de pauze ging de humoristische toer op. Wolfs Abschied horen we meestal aan het einde van een recital, maar nu was het de opener voor een andere recensent, die van Mahlers Lob des hohen Verstands. Grappig was ook Ja freilich, Du bist mein Ideal van ene Wilhelm Killmayer, een Heine-tekst waarin de protagonist zijn geliefde uitnodigt voor een voorstelling van Robert le diable... "von Meyerbeer ist die Musik" (inclusief een Hugenots-citaat). Het vocaal ratelen in Very pleasant (Ives) terwijl ze zitten te wachten tot het doek van de opera opgaat, is niet Prégardiens sterkste kant.

Maar met Kriegers Ahnung zijn we weer in een andere wereld. Met Lied einer deutschen Mutter geeft Brecht kritiek op Hitlers bruinhemden. In Und ich werde nicht mehr sehen (nog altijd Eisler) weerklinkt de heimwee naar het land dat hij niet meer zal terugzien. Wolfs Heimweh krijgt zo ook een andere connotatie... "Grüss dich, Deutschland, aus Herzensgrund!". Het recital eindigde weer met een Eisler-volkslied Deutschland... maar niet helemaal. De zwerver keert terug in Schuberts Der Wanderer en Eisler-Brecht in het Lied von der Moldau.

Publicatie: zondag 5 oktober 2025 om 20:32
Rubriek: Liedrecital