Il Grand' Inquisitor

Die Passagierin in Krefeld

Er zijn niet zo heel veel opera's die de holocaust als thema hebben, maar Die Passagierin is misschien wel dé opera die de laatste 15 jaar het meest in het operanieuws geweest is.


Marta, Tadeusz, Lisa (foto © Matthias Stutte)

De Poolse componist Mieczysław Weinberg componeerde in 1968 de opera naar de autobiografische roman van Zofia Posmysz, maar het heeft meer dan 40 jaar geduurd voor hij scenisch opgevoerd werd... in 2010 tijdens de Bregenzer Festspiele. Sindsdien hebben verschillende andere operahuizen de opera geprogrammeerd.

De opera speelt zich af op een schip dat van Duitsland naar Brazilië vaart, ongeveer 15 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Op het schip zitten Lisa en haar man Walter. Lisa meent in een van de passagiers een zekere Marta te herkennen, die ze kende van toen ze nog een bewaakster was in het concentratiekamp van Auschwitz. Wat volgt, is een afwisseling tussen wat op het schip gebeurt en flashbacks naar het concentratiekamp. Daar leren we ook Tadeusz kennen, Marta's verloofde en violist, die gevraagd wordt om een wals te spelen voor de kampcommandant maar in de plaats een Chaconne van Bach speelt... en daarop vermoord wordt. De opera laat in het midden of de passagier effectief Marta is of niet.

Het is uiteraard een aangrijpend verhaal en dat werd ook in de voorstelling in Krefeld duidelijk na het eerste bedrijf. Het bleef lang stil en je voelde dat iedereen zich afvroeg of er wel geapplaudisseerd kon of mocht worden. In dat eerste bedrijf wordt nochtans vooral de context geschetst (muzikaal vond ik het ook een heel traag bedrijf dat nooit echt op gang kwam), in tegenstelling tot het tweede bedrijf dat er dieper inhakt, met Lisa die zich zogezegd opwerpt als de beschermer van Marta en Tadeusz, of de naakte Tadeusz die viool speelt en nadien in elkaar geslagen wordt tot de dood erop volgt.

Dedi Baron heeft ervoor gekozen om geen klassieke Auschwitz-verwijzingen op te nemen in haar regie. Marta en de andere gevangen dragen een effen grijs uniform, in plaats van de karateristieke streepjes. Er worden wel Hitlergroeten gebracht, maar verder zijn er bijvoorbeeld geen swastika's of andere nazi-emblemen te zien. Alles speelt zich ook af op het schip, wat het verhaal in het eerste bedrijf niet altijd even duidelijk maakt.... zelfs de drie SS-mannen zijn gekleed als stewards op het schip.

Mihkel Kütson dirigeerde de kleurrijke partituur waarin allerlei stijlen, van Bach tot jazz, te herkennen zijn. De opera wordt grotendeels in het Duits gezongen, maar Marta en Tadeusz zingen meestal in het Pools, en in een paar kleinere rollen voor de andere gevangenen wordt ook in het Frans, Russisch of Jiddisch gezongen. Eva Maria Günschmann begon zwak als Lisa met een oud klinkende stem die weinig draagt, maar in het tweede bedrijf vindt ze een nieuwe adem. Jan Kristof Schliep zong Walter met een heldere tenor, de bariton Rafael Bruck was een goede Tadeusz. De sterkste vertolking kwam echter van Sofia Poulopoulou. Ze zingt Marta met een ruime en goed zitten sopraan, in wat mogelijk op emotioneel vlak een van de zwaarst denkbare rollen moet zijn.

Publicatie: maandag 23 juni 2025 om 17:21
Rubriek: Opera