Il Grand' Inquisitor

Mehrstimmige Gesänge in Hohenems

Naast meer dan 600 liederen heeft Schubert ook een 100-tal meerstemmige liederen gecomponeerd. Gisteren hoorden we daar een selectie van voor vierstemmig mannenkwartet... alles onder de kundige en bezielende leiding van pianist Wolfram Rieger.


(foto © Schubertiade Hohenems)

De stroom kwartetten werd af en toe onderbroken door twee sololiederen per zanger. Ludwig Mittelhammer was de nieuwe naam voor mij. Hij zingt met een mooie lyrische bariton. An den Mond was een tikkeltje traag, maar eindigde wel met een expressieve "wie dein Verlass'ner weint". De Schiller-Sehnsucht viel op het vlak van frasering wat monotoon uit. Rieger compenseerde met prachtig pianospel als hij bijvoorbeeld de "schöne Hügel" extra mooi liet glanzen. Christian Immler heeft een robuustere bas-bariton, ideaal voor klassieke Mayrhofer-liederen, zoals voor een dramatische uivoering van Fahrt zum Hades of het vrij onbekende Der entsühnte Orest, waarin hij lichtere kleuren en een glimlach vond voor "mit morgendlichen Rosen".

Patrick Grahl maakte eerder dit jaar zijn Schubertiade-debuut met Die schöne Müllerin, nu zong hij twee Goethe-liederen. Met zijn prachtige en rijke tenor bracht hij een uiterst zoetgevooisde Ganymed met lange adem. Ondertussen liet Rieger de nachtegalen lustig zingen en fladderen, en nadien hoorden we een opmerkelijk effect in Auf dem See voor "Aug', was sinkst du nieder". De leidende (en bij momenten ook lijdende) tenor van de avond was Jan Petryka. Der Musensohn klonk slordig, bij momenten zelfs amateuristisch. Maar daarna volgde een wonderbaarlijke uitvoering van Nacht und Träume als een hemels gebed. Die sfeer wordt nog versterkt door het lied quasi-naadloos te laten overgaan in het a capella gezongen kwartet Grab und Mond.

Wat de kwartetten betreft, begon het deel voor en het deel na de pauze telkens met een drinklied met een solistische voorzanger... Immler voor het Schäffer-Trinklied - "Freunde, sammelt euch im Kreise" was de ideale start voor het recital - en Petryka voor het Castelli-Trinklied. Petryka nam ook het voortouw in Goethes Im Gegenwärtigen Vergangenes, wat hem zicht- en hoorbaar moeite kostte. De stemmen van de vier zangers harmoniëren wel goed, bijvoorbeeld in het slot van het bekende Die Nachtigall en zeker in een a capella-stuk als Wehmut. Het was enigszins verrassend, maar een Trinklied dat overvloeit in Das Grab en naadloos verder ging met Gondelfahrer werkte perfect.

Dat de vier zangers ook plezier beleefden - en dat ook overdroegen op het publiek - was hoorbaar in Widerspruch (met een gebalde piano-begeleiding van Rieger) of het slotkwartet Zur guten Nacht. Dat slotlied werd heel traag en heel serieus uitgevoerd. Ik kreeg het gevoel dat de zangers zich op het einde van een Schubertiade, uiteraard overgoten met Weense wijn, proberen nuchter voor te doen... Ze hadden nog één bisnummer in petto. Rieger speelde één noot op de piano en voegde zich dan bij de zangers voor een kwintet-uitvoering van Die Nacht: "Wie schön bist du, Freundliche Stille, himmlische Ruh" een perfect einde voor een leuke avond.

Publicatie: donderdag 6 oktober 2022 om 12:03
Rubriek: Liedrecital