Il Grand' Inquisitor

Sonya Yoncheva in München

Als alles goed gaat, dan staan er vier festivals op mijn programma deze zomer. Die festivalzomer begon vandaag in het Münchener Prinzregententheater met een liedrecital van Sonya Yoncheva en Malcolm Martineau.


(foto © Javier del Real)

Sonya Yoncheva is in de eerste plaats bekend als operaster en niet meteen als een doorwinterde liedzangeres. En alhoewel ze een ruime sopraan heeft die moeiteloos het Prinzregententheater vult, heeft ze zoals de meeste operazangers schrik van de piano. En dus speelde Martineau met een half-gesloten klep. Maar dat weerhield hem er niet van om zich regelmatig toch in het voetlicht te wriemelen, zelfs al meteen in het eerste lied met dreigende tremolo's die niet zouden misstaan in Rigoletto.

Inderdaad, Verdi... Yoncheva blijft op vertrouwd terrein met een volledig Italiaans programma dat ze "Ad una stella" genoemd heeft, naar het gelijknamig lied van Verdi. Verdi-liederen namen tevens de volledige, weliswaar vrij korte, eerste helft van de avond in beslag. Terug naar Martineaus dreigende pianoklanken: die zijn enigszins verrassend als je weet dat het gaat over Perduta ho la pace, oftewel de Italiaanse versie van Goethes "Meine Ruh' ist hin". Maar net zoals de Wolf-Mignon in een andere wereld leeft dan de Schubert-Mignon. Zo heeft het Verdi-Gretchen een veel dramatischer karakter dan de overbekende versie van Schubert. Of misschien is het Yoncheva's keuze om het zo te zingen.

Il tramonto zou je als een Italiaanse Todessehnsucht kunnen interpreteren, maar hier blijft Verdi verrassend op de achtergrond. Ad una stella behandelt een vergelijkbaar thema, maar hier is het Yoncheva die naar mijn gevoel te liefelijk overkomt. Maar het slot van Nell'orror di notte oscura - "Maledetta la memoria di colui che lo tradì !" - haalt het beste in Verdi boven, om nog maar te zwijgen van In solitaria stanza. De toonzetting van het vers "Salvale, o Dei pietosi" is onmiddellijk herkenbaar als typische Verdistijl die je kan vereenzelvigen met bijvoorbeeld de Trovatore-Leonora, indrukwekkend vertolkt door Yoncheva. Maar ze houdt het beste voor het laatste met L'esule, een grote scena die een waanzinscène voor Desdemona zou kunnen zijn... "L'esule solo e condannato al pianto".

Na de pauze kregen we een selectie liederen van uiteenlopende componisten te horen. De bekendste waren de twee Tosti-liederen L'ultimo bacio en vooral Ideale, dat ze in grote operastijl begon, maar tot een onwezenlijk pianissimo laat uitsterven. Ene Pier Adolfo Tirindelli heeft een interessante tekst gekozen voor Amore, amor. Het is grotendeels een ode aan de liefde met allerlei parallellen tussen de liefde en de natuur, die soms Pucciniaans klinken. Maar het gedicht eindigt op zijn Heines met "Ma nel mio cor sei morto". De sfeer van dat slot legt Yoncheva al meteen in de eerste noten "O amore, amore, amor". Het officieel deel van de avond werd afgesloten met echte Puccini en onder andere een charmante vertolking van de Bohème-kloon Sole e amore of de Butterfly-achtige Mentia l'avviso.

Voor de bisnummers had ze twee Puccini-aria's uitgekozen, Donde lieta usci en - bijna onvermijdelijk - O mio babbino caro. Tussenin kroop ze in de huid van Carmen, op haar meest verleidelijke in haar Habanera.

Publicatie: woensdag 21 juli 2021 om 23:06
Rubriek: Liedrecital