Il Grand' Inquisitor

Tosca in de Munt (1/2)

Ik heb dit seizoen exact twee operaproducties gezien in onze Belgische operahuizen. Het seizoen begon in september in Luik met Puccini en zijn La bohème en eindigde in de Munt met weer Puccini... Tosca, die al meer dan 20 jaar niet meer in Brussel te horen was.


Scarpia, Tosca, Cavaradossi (foto © Karl Forster)

De regie was in handen van Rafael R. Villalobos. In een wit cirkelvormig decor van Emanuele Sinisi op een draaiplatform ensceneert hij een heldere Tosca. Voor het tweede bedrijf laat hij zich inspireren door de film Salò. De parallellen tussen de martelpraktijken die Pasolini toont en het karakter van Scarpia zijn niet ver te zoeken. Hij maakt het gelukkig niet zo wansmakelijk als Pasolini en beperkt een en ander tot een paar rondslingerende naakte mannen.

Om een of andere reden vindt hij het ook nodig om Pasolini zelf op te voeren, als kind en als volwassene. Tussen de bedrijven projecteert hij stukken uit diens biografie op het doek, Pasolini flikflooit met een jongeling (het herdertje van het derde bedrijf) in de koninklijke loge terwijl een deuntje door de luidsprekers speelt. Het brengt allemaal niets bij en kan gerust allemaal geknipt worden.

De corona-maatregelen zijn uiteraard nog altijd van kracht. Dat betekent dat er slechts 200 personen in de zaal zitten en ook de orkestbak is maar half gevuld. Alain Altinoglu dirigeert dan ook een geherorkestreerde versie van Frédéric Chaslin voor een kleinere bezetting van 30 à 35 instrumenten. De Munt heeft twee bezettingen voorzien voor de drie hoofdrollen. Ik hoorde gisteren de "eerste" bezetting.

Myrtò Papatanasiu en Pavel Černoch stonden al eerder samen op het Muntpodium in Rusalka. Ze hebben toen geen bijster grote indruk nagelaten en in deze voorstelling is dat niet anders. Vooral Papatanasiu is problematisch. Zelfs een lyrische rol als Amelia is al op het randje, laat staan Tosca. Ze schakelt heen en weer tussen borst- en kopstem om toch ook in de laagte wat geluid te produceren, maar het klinkt allemaal kunstmatig. In de hoogte klinkt ze vooral luid en schreeuwerig. Alles culmineert in een misplaatste "Vissi d'arte" die niets heeft van een gebed of smeekbede.

Pavel Černoch is iets aanvaardbaarder, maar heeft ook zo zijn problemen. Zijn passaggio schuurt nog altijd, het legato hapert soms en af en toe verdwijnt zijn stem zelfs in het orkest. Laurent Naouri is een verrassende keuze voor de rol van Scarpia. Maar hij geeft wel een overtuigende vertolking. Zijn indrukwekkende tekstbeleving, tijdens bijvoorbeeld zijn liefdesverklaring aan Tosca, maakt dat je hem bijna gelooft dat hij oprecht liefde voelt voor haar en niet enkel een lustbeluste sadist is.

Publicatie: woensdag 16 juni 2021 om 07:59
Rubriek: Opera