Il Grand' Inquisitor

Simon Boccanegra in Antwerpen

Ik reken Simon Boccanegra tot één van mijn favoriete Verdi-opera's. Maar ondanks het feit dat het een "late" Verdi (toch de herziene Boito-versie) en een politiek-getinte opera is, wordt hij verrassend weinig opgevoerd. Maar de nieuwe productie van Opera Vlaanderen heeft een meer dan behoorlijke bezetting en het koor en orkest schitteren onder de leiding van Alexander Joel. Een absolute must voor alle Verdi-fanaten.


Fiesco, Simone (foto © Annemie Augustijns)

Wat Simon Boccanegra uitzonderlijk maakt, is dat je er in het ideale geval twee Verdi-baritons voor nodig hebt. Met Nicola Alaimo horen we een veelbelovende Simon Boccanegra. Hij zingt Simone met een nobele bariton en een perfect stijlgevoel en zoveel kleur dat hij voor elke interventie een andere expressie vindt. In de Raadkamerscène zingt hij "Plebe, Patrizi" met de nodige autoriteit. En als hij op het einde van die scène de Petrarca-tekst "E vo gridando... pace" zingt, hoor ik zelfs een vleugje Van Dam. In de scènes met Amelia is hij de lyrische en liefdevolle vader en tenslotte ontroert hij met zijn sterfscène.

Het meest verbluffende is dat dit zijn debuut is als Boccanegra (wat trouwens voor de hele bezetting geldt). Met de jaren zal zijn vertolking ongetwijfeld nog verder uitdiepen. Gezim Myshketa is de andere Verdi-bariton. Als "slechterik" Paolo heeft hij een iets venijnigere bariton met meer beet. Jacopo Fiesco is de derde diepe stem. Liang Li zingt zijn grote aria "Il lacerato spirito" met een zwarte bas, al deint zijn vibrato soms wat uit.

Ik ben geen fan van Myrtò Papatanasiu. Als Amelia/Maria is ze op haar best als ze forte mag zingen en moeiteloos door een tutti orkest snijdt. Het probleem is dat ze niet veel anders doet dan forte zingen - waardoor "Come in quest'ora bruna" geen poëzie heeft - en het gebruik van portamenti resoluut afwijst. Amelia heeft ook een van de meest uitgesproken trillers uit het Verdi-repertoire op het einde van de Raadkamerscène. Papatanasiu doet een goede poging, maar het resultaat is nog ver van perfect. Alle andere trillers die ze verondersteld wordt te zingen, laat ze achterwege. Najmiddin Mavlyanov hebben we een paar jaar geleden gehoord als Rodolfo. Hij zingt een stralende Adorno met veel squillo en zorgt voor een paar momenten tenorale opwinding.


Simone, Amelia (foto © Annemie Augustijns)

Na Die Zauberflöte tekent David Hermann met Simon Boccanegra voor een tweede enscenering bij Opera Vlaanderen. Maar deze keer kiest hij niet voor een totale hertekening van het libretto, wat niet betekent dat er geen twijfelachtige keuzes zijn.

Christof Hetzer heeft een zeer efficiënt en mooi Italiaans renaissance-decor ontworpen op een draaiplateau waardoor de scènewisselingen heel snel gerealiseerd kunnen worden. Simone draagt heel de tijd een modern driedelig pak en er is bij hem geen zichtbaar verschil tussen de Proloog en de andere bedrijven die 25 jaar later plaatsvinden. De andere protagonisten, inclusief het koor, gaan wel van historische naar moderne kostuums... politieke intriges zijn van alle tijden ?

Een interessant idee is om Maria Fiesco als een bleke geest op te voeren. Dit gebeurt de eerte keer in de Proloog. Het zorgt voor een mooi slot als de stervende Simone bij haar rust vindt. Minder geslaagd, maar niet onoverkomelijk, was het idee om het slot van het eerste bedrijf uit te beelden als "Het Laatste Avondmaal" van Leonardo da Vinci met Poalo in de rol van Judas en met Amelia als de Maagd Maria.

De enige scène die ik echt problematisch vond, was de herkenningsscène. Om te beginnen leeft Amelia als een soort Mimi in een vervallen kamertje. Op dat moment probeert Adorno haar reeds te overhalen om Simone te vermoorden met zowel gif (op het laatste moment slaat ze het glas uit zijn handen) als met een revolver. Daar is geen enkele aanleiding voor en verwringt die prachtige scène... toch wel één van Verdi's mooiste vader-dochter-momenten.

Publicatie: maandag 6 februari 2017 om 18:18
Rubriek: Opera