Il Grand' Inquisitor

Kitty Whately en Tristan Hambleton in Oxford*

De dag werd afgesloten met een recital van mezzo Kitty Whately en pianist Simon Lepper en een origineel programma "From the Pens of Women" met allemaal liederen op gedichten en teksten van vrouwelijke schrijfsters.

Het programma was volledig Engelstalig, met een paar bekende maar ook verschillende onbekende componisten, allemaal onbekende teksten en onbekende muziek. Er was slechts één lied dat ik eerder had gehoord en dat was vorig jaar in Oxford, ook in een recital met Kitty Whately. De liederen waren gegroepeerd per dichteres.

De eerste was Ursula Vaughan Williams, wier man vier van haar gedichten samengebracht heeft tot zijn Four Last Songs over de liefde. Eerlijk gezegd konden ze me weinig boeien. Drie liederen uit All the Future Days van Jonathan Dove waren daarentegen een stuk interessanter, vooral het aangrijpende Penelope, al klonk Whately's hoogte daar wat schreeuwerig. The Siren is nog dramatischer en heeft een spectaculaire pianopartituur, maar vooral een schrijnend slot "I sing for ever and for ever weep".

Bij twee liederen op teksten van Margaret Atwood was het verloop hetzelfde, met een vrij interessant lied I was reading a scientific article van Lori Laitman. Maar Variations on the Word Sleep is een langdradige tekst waar geen einde aan lijkt te komen en waarin ook muzikaal vrij weinig gebeurt... in tegenstelling tot een exuberante Anxiety van Argento op een tekst van Virginia Woolf.

De laatste liederen waren allemaal op teksten van Edna St. Vincent Millay. Twee proza-liederen van Juliana Hall uit Letters from Edna. Een grappige To Harriet Monroe dat eindigt met "P.S. I am awfully broke. Would you mind paying me a lot?" waarna Kitty Whately veelbetekenend in de camera keek; en het ontroerende To Mother, een liefdesverklaring aan haar moeder. Het recital eindigde met een gevarieerde mini-cyclus van drie liederen Nights Not Spent Alone van Jonathan Dove, geschreven voor Whateley.

De rijzende ster was vandaag de bas-bariton Tristan Hambleton. Hij had ook vier Schubert-liederen uitgekozen met vrouwelijke dichters. Met uitzondering van de Rosamunde-Romanze zijn ze minder bekend. Hij zingt An die Sonne met een mooie licht gebronsde klank. De erotiek van Heimliches Lieben komt er wel niet goed uit. Er speelt wel een glimlach op zijn gezicht, maar hij doet nog te weinig met de tekst... maar hij heeft wel een heel mooie stem.

Publicatie: donderdag 15 oktober 2020 om 22:30
Rubriek: Liedrecital