Il Grand' Inquisitor

Ian Bostridge in Oxford*

Vandaag verkent het Oxford Lieder Festival het kruispunt tussen geestelijke en wereldlijke liederen. Het eerste concert van de dag vond plaats in de kapel van Merton College en belichtte hoofdzakelijk het religieuze aspect.

Het concert begon en eindigde met Bach, uitgevoerd door de Oxford Bach Soloists onder leiding van Thomas Hammond-Davies en met "artist in residence" Ian Bostridge als solist. Bachs bekendste solo-cantate Ich habe genug blijkt goed in Bostridge stem te liggen. Om de loopjes van "Ich freue mich auf meinen Tod" gezongen te krijgen wordt de slotaria wel waanzinnig snel uitgevoerd. Op het einde van het concert hoorden we nog de tenoraria Der Ewigkeit saphirnes Haus uit de "Trauerode" (BWV198) als vertegenwoordiger van het seculiere.

In het midden van het concert verhuisden we naar een ander deel van de kapel waar een piano klaar stond met de pianiste Saskia Giorgini voor twee werken van Britten. Eerst hoorden we Canticle I "My beloved is mine and I am his". Alhoewel ik de Britten-Canticles niet ken, voelde dit toch ook vrij snel aan. Maar Bostridge kent dit repertoire uiteraard door en door en gaf dan ook een geëngageerde vertolking. Brittens Five Spiritual Songs zijn bewerkingen van Bach-aria's. Over het algemeen kregen we een mooie uitvoering, in het bijzonder van Liebster Herr Jesu. Er waren wel wat geforceerde tekstuitbarstingen in Gedenke doch, mein Geist, zurücke of Komm, süsser Tod. Al die coloraturen begonnen zijn tol te eisen en bij de laatste "Song" Bist du bei mir zat Bostridge er zo goed als door met een vermoeide toon en slordig afgefraseerde zinnen.

Het letterlijke spanningsveld tussen het religieuze en het wereldlijke kwam aan bod tijdens een lezing vanmiddag in het Museum of Natural History. Paul Smith, de directeur van het museum, nam ons mee naar het jaar 1860. Dat jaar opende het museum zijn deuren en vond er "The Great Debate" plaats. Het debat tussen Samuel Wilberforce, de bisschop van Oxford, en Thomas Henry Huxley, een acoliet van Darwin (die zelf ziek was), ging over de evolutieleer versus het Bijbelse creationisme, wetenschap versus religie. Een jaar eerder was namelijk Darwins "On the Origin of Species" verschenen.

Wat het muzikaal gedeelte betreft, hoorden we liederen van Chausson en Elgar, die ook proberen die twee gezichtspunten te illustreren. La dernière feuille heeft een klassieke Europese tekst over een herfstige dag in een wild bos. Maar in de 19de eeuw lieten ook dichters, zoals Leconte de Lisle, zich inspireren door exotische dieren die bekend werden via de ontdekkingsreizen naar de zuidelijke hemisfeer... bijvoorbeeld de groene kolibri van Le colibri. Helen Charlston, aan de piano begeleid door Natalie Burch, zong deze liederen met een gloeiende mezzo, maar met quasi geen vibrato, in redelijk Frans.

Voor Elgar hadden ze twee liederen uit zijn Sea Pictures gekozen. Ook hier waren het tropische evocaties in het eerder spirituele Sabbath Morning at Sea - gezongen met een glorieuze "He shall assist me to look higher" in de laatste strofe - gevolgd door Where Corals Lie. Het zal misschien verbazen, maar deze Sea Pictures hebben nog nooit mijn pad gekruist en ik moet zeggen dat ik ze dringend wat meer moet gaan beluisteren. Ze sloten af met On His Blindness, een nieuw lied van Stephen Bick gecomponeerd op een tekst van Milton en dat deel uitmaakt van het "Isolation Songbook". Dat was een initiatief van Helen Charlston tijdens de eerste lockdown van dit voorjaar om 15 liederen te laten componeren door 15 verschillende componisten...

Publicatie: woensdag 14 oktober 2020 om 18:38
Rubriek: Liedrecital