Il Grand' Inquisitor

Harriet Burns en Carolyn Sampson in Oxford*

Het was een goed gevulde avond in Oxford vandaag met niet minder dan drie concerten en twee wereldcreaties...

Het "spitsuurrecital" in de Holywell Music Room stond in het teken van Schubert met de pianiste Imogen Cooper en de sopraan Harriet Burns. De hoofdbrok van het recital was de uitvoering van Schuberts piano-sonate in sol groot (D894) door Cooper. Maar eerst zong Burns vijf nachtgerelateerde liederen van Schubert.

Harriet Burns heeft op korte tijd al een grote weg afgelegd sinds ik haar twee jaar geleden op het Liedfestival Zeist gehoord heb. Toen was ze nog een sopraan die haar stem niet helemaal onder controle had, maar wel al goede interpretatieve ideeën had. Ondertussen begint ze stilaan een naam te worden in de liedwereld met haar stijlvolle vertolkingen.

Ze begon het recital met Der Wanderer an den Mond. De dialoog die zich ontspint, is er meer een van de Wanderer die de rust van de natuur in zich opneemt dan de Sehnsucht die hem overwelmt. Na de fonkelende Leitner-sterretjes uit Die Sterne volgde Der Wanderer (die van Schlegel). Ook hier horen we aanvankelijk weer een opgewekte Wanderer, maar op het einde verkleurt Burns haar stem van "froh umgeben" naar "... doch alleine". De sfeer is gezet voor Nachtstück. Dat er een grote Schubertiaan aan de piano zit, merkte je al aan de intro. Ik weet niet hoe Cooper het doet, maar ik had al kippenvel voor er nog maar één noot gezongen was. Burns vindt hier ook alle juiste accenten tot en met een troostende verklanking van de laatste strofe. Ook dat gevoel werd doorgetrokken in de grote natuurschildering van An den Mond.

Het avondrecital van Carolyn Sampson en Joseph Middleton begon zonder jonge zanger (de geplande Samuel Hasselhorn was door corona-redenen Duitsland niet uit of Engeland niet binnen geraakt)... maar wel met Schubert.

Daaronder een paar weinig gehoorde liederen, zoals Schwestergruss. Het is een autobiografisch gedicht van Bruchmann over zijn overleden zus. Sampson gebruikt mysterieuze kleuren om haar verschijning uit te beelden, en laat haar expressie in intensiteit toenemen tot de zus opgenomen wordt in het "Engel Chor". Net zoals Harriet Burns een paar uur eerder, zong ze Die Sterne, maar nu als het verlengstuk van het engelenkoor. Na een prachtig mezza voce gezongen Am Tage Aller Seelen zou je de spreekwoordelijke speld kunnen horen vallen. En met een stralend Elysium zijn we terug in hemelse sferen. "Unendliche Freude durchwallet das Herz". Het recital had niet mooier kunnen beginnen.

En dan kwam de creatie van Six Songs of Melmoth van Cheryl Frances-Hoad op de tekst van Sophie Rashbrook. Het zijn zes liederen - ze noemen het "a musical matryoshka" - geïnspireerd op de 19de eeuwse roman "Melmoth the Wanderer" van Charles Maturin en de gemoderniseerde versie daarvan door Sarah Perry (met een vrouwelijke Melmoth). Melmoth is een soort Faust-figuur die zijn ziel verkocht heeft om 150 jaar langer te leven. In die tijd zwerft hij rond om een ander slachtoffer te vinden om zijn plaats in te nemen.

In de cyclus komen verschillende rollen voor: Melmoth zelf uiteraard, maar ook zijn verloofde Elinora (die we te horen krijgen in het derde lied Elinora's letter), een Verteller, enz. die dan ook nog eens in verschillende eeuwen opereren, helemaal synchroon met het festivalthema "Connections Across Time". Een en ander maakt dat het op het lijf geschreven is van een meestervertolkster als Carolyn Sampson. De cyclus begint met The painting, waarbij je meteen aan de Fliegende Holländer moet denken. Maar het zijn de drie laatste liederen die in één grote aangrijpende boog uitgevoerd worden. Ze beginnen bij de (vrouwelijke) Melmoth die in City of Song-Ghosts op zoek is naar verlossing... wat naadloos overgaat in Deliverance en er een dialoog ontstaat met het slachtoffer. En als Sampson zich in het laatste lied Melmoth's Serenade rechtstreeks tot het publiek richt - heel direct door in de camera te kijken - en het slachtoffer toegeeft, blijf je uitgewrongen achter.

Wat zou hierna nog kunnen komen... misschien wat Franse liederen. Middleton zet de eerste Gymnopédie van Satie in. De laatste noot ervan is nog niet uitgestorven of we horen al de eerste noten van Les anges, weer met dat prachtige mezza voce: "les anges planent dans l'éther"... maar toch ook een beetje in de Holywell Music Room. Als contrast volgde Le chapelier die zijn uurwerk smeert met goede boter, waarna Sampsons ongebreidelde charme van het scherm spat in Je te veux. Nog vijf Verlaine-liederen van Poldowski rondden het Franse onderdeel af, met bekende teksten zoals En sourdine, L'heure exquise of Mandoline die perfect naast Debussy of Fauré kunnen staan. De Three Façade Settings van Walton zegden me niet veel, met uitzondering van Old Sir Faulk als een swingende uitsmijter van een fantastisch recital dat ik de komende weken ongetwijfeld nog eens opnieuw zal bekijken.

Voor het laatste (nacht)recital moesten we naar Christ Church Cathedral waar The Hermes Experiment het derde nieuwe werk van de dag creëerde. In tegenstelling tot de Spinoza- en Melmoth-cycli ging het nu over slechts één lied: A Photograph van Philip Venables op een tekst van Cordelia Lynn.

The Hermes Experiment is een vierkoppig ensemble met een zangeres (de lichte sopraan Héloïse Werner), (bas)klarinet, harp en contrabas. Voor een dergelijke ongebruikelijke constellatie zal ongetwijfeld niet veel repertoire bestaan. Naast een paar bewerkingen, kregen we dus vooral muziek te horen die speciaal voor hen gecomponeerd werd, zoals Mâh Didam van Soosan Lolavar of het driedelige Between the war and you van Josephine Stephenson.

En nu kunnen ze dus ook A Photograph aan hun repertoire toevoegen. Het lied is geïnspireerd door een oude zwart-wit familiefoto van drie wandelende vrouwen waar een verhaal rond bedacht werd... het zijn drie zussen waarvan er één verdwijnt en haar jongste zus opbelt vanuit een telefooncel om te vertellen dat ze niet gevonden wil worden. Het lied is een originele combinatie van melodrama en gezongen delen.

Publicatie: woensdag 14 oktober 2020 om 00:14
Rubriek: Liedrecital