Il Grand' Inquisitor

James Gilchrist in Oxford* (bis)

Vandaag is het "Song Futures Day" op het Oxford Lieder Festival. Dat betekent dat er drie nieuwe werken gecreëerd worden. De eerste nieuweling hoorden we tijdens het matinee-recital van James Gilchrist en Anna Tilbrook.

Het is zeker geen voor de hand liggende keuze, maar Michael Zev Gordon had het idee om Spinoza's "Ethica" als basis te gebruiken voor een cyclus van tien liederen. Deze creatie was in het midden van het recital gepositioneerd, geflankeerd door Schubert en Beethoven.

Dat Gilchrists stem niet meer je dat is, was een paar dagen eerder al duidelijk geworden tijdens het luitconcert in Broughton Castle. En ook vandaag wordt zijn interpretatie van Schubertliederen beperkt door zijn vocaal-technische mogelijkheden. Een groepje lenteliederen van Schubert lijken op het eerste zicht wel onschuldig genoeg om een zeemzoete vertolking zonder dynamiek te verantwoorden. In Frühlingsglaube valt dat nog te verdedigen, maar een doodbrave Im Frühling zonder weerhaakjes slaat de bal mis. Aan de andere kant van Spinoza stond An die ferne Geliebte, waarin het vooral de verdienste van Anna Tilbrook was om Beethovens cyclus boeiend te houden, al slaagde Gilchrist er wel in om de cyclus - "ein liebend Herz geweiht" - met een climax te beëindigen.

Maar terug naar Michael Zev Gordon en zijn Baruch: Ten Propositions of Baruch Spinoza. Spinoza's "Ethica" volgt een geometrische bewijsvoering uitgaande van axioma's en stellingen. En het zijn tien van deze stellingen die als een soort aforismen door de componist op muziek gezet werden. De cyclus is ingedeeld in vier delen - "Of Infinity", "Of Affects", "Of Mind" en "Of the Third Kind of Knowledge" - met elk twee of drie stellingen. Het voordeel van een nieuw werk is dat er geen referentie-uitvoeringen van zijn en dat het, in dit geval, specifiek in de stem van Gilchrist geschreven werd. Hij gaf dan ook een verrassend spannende en geëngageerde uitvoering. Ook de piano is interessant en gevarieerd.

In het eerste lied, Omnis substantia est necessario infinita., krijgen we zware piano-akkoorden en trillers in de zangstem. Maar in het tweede lied Ex necessitate divinae naturae infinita infinitis modis... (hij had misschien wel iets kortere titels mogen bedenken) krijgen we een transparante piano die langzaam naar het hoge register klimt, daarin gevolgd door de zang. Contrasten komen ook in één lied voor zoals het vierde lied Odium reciproco odio augetur et amore contra deleri potest... waar de "haat" veel muzikaal gewicht krijgt tegenover de "liefde" die Gilchrist tot in de hoogste regionen van zijn kopstem brengt. Ik kan moeilijk invloeden in de muziek van Michael Zev Gordon ontdekken, al deed de muziek van het zevende lied Qui se suosque affectus clare et distincte intelligit... me wat aan Messiaen denken, net zoals de spirituele sfeer van het slotlied Ex hoc tertio cognitionis....

Publicatie: dinsdag 13 oktober 2020 om 16:30
Rubriek: Liedrecital