Il Grand' Inquisitor

Anna Avdalyan in Sindelfingen*

Vandaag was er weer een live Liedrecital online te beleven vanop het festival "Der Zwerg". De Armeense sopraan Anna Avdalyan en de pianist Marcelo Amaral brachten een programma met als titel "Die Lotosblume, diese errötende Braut..." met liederen van Schumann, Schubert en Wolf.

De titel verwijst uiteraard naar Schumanns Myrten. Oorspronkelijk zou het volledige Opus 25 opgevoerd worden in een duo-recital met Fabian Langguth, maar om een of andere reden had hij afgezegd en dus zong Avdalyan een deel van de "vrouwelijke" Myrten-liederen. Ze heeft een lichte sopraan van het soubrette-type maar wel met de nodige kleuren en expressie om een overtuigende liedzangeres te zijn.

In dit eerste deel kregen we uiteraard de bekende "meezingers" zoals Der Nussbaum, een gevoelsvolle Die Lotosblume of het waanzinnig mooie Lied der Suleika waarin ze van een passionele "wie mit innigstem Behagen" evolueert tot een smeltende "im Gewand der Poesie". In Die Hochländer-Witwe werd ze in snelheid gepakt en improviseerde ze wat eigen poëzie, maar toonde ze dat ze ook een dramatischer kleurregister kan aanspreken, om nadien te charmeren met het Hochländisches Wiegenlied. Weit, weit is één van die liederen die je eigenlijk nooit buiten de context van een volledige Myrten hoort... je vraagt je af waarom. Zeker als je, zoals hier, een zangeres hebt die dat ondefinieerbare in haar stem heeft om perfect de treurnis voor de "ferne Geliebte" uit te drukken. Ze sloot dit hoofdstuk af met het Rückert-lied Aus den östlichen Rosen, van een ontroerende schoonheid.

Voor het Schubert-deel blijft ze grotendeels op vertrouwd terrein met de vier Mignon-Lieder. Een opgewonden Kennst du das Land was eigenlijk het enige lied van de avond dat tegenviel. Ze zingt het zo snel dat de tekst afgerammeld wordt en er weinig Sehnsucht te bespeuren valt, al slaagt ze er toch in om voldoende te variëren tussen de verschillende strofen. Die Sehnsucht is er wel in de drie andere liederen, vooral in Nur wer die Sehnsucht kennt met een uitvoering die recht naar en door het hart gaat. Verrassend, maar onverwacht passend, was het idee om na deze Mignon-liederen het groot Schubert-Novalis-lied Nachthymne als epiloog te brengen... nog zo'n prachtig lied dat blijkbaar nog niemand - met uitzondering van Robert Holl - ontdekt heeft.

Om de avond af te ronden, begon ze het Wolf-hoofdstuk met twee Eichendorff-liederen. Met Unfall gaf ze blijk van haar gevoel voor humor. Uit de Nachlass komt Die Kleine, een operette-achtig lied dat ik nog nooit live gehoord had. Het serieuzere intermezzo werd ingezet met een zwoele vertolking van An eine Äolsharfe waarbij je de klimop, de lentebloesems en de rozenblaadjes bijna kon ruiken. Ze ontroerde weer met het tragische Das verlassene Magdlein. Daarna kroop ze in de huid van het schattige Mörike-elfje van Elfenlied, om tenslotte als een wervelwind door Waldmädchen te fladderen.

Met Verschwiegene Liebe van Wolf kregen we nog één bisnummer. Ik moet zeggen dat ik zeer onder de indruk ben van wat deze heel jonge sopraan (°1995) al in petto heeft als liedzangeres. Soms kan de toekomst van het Lied er heel mooi uitzien...

Publicatie: woensdag 5 augustus 2020 om 21:12
Rubriek: Liedrecital