Il Grand' Inquisitor

Benjamin Appl in Heidelberg

Het liedfestival van de Heidelberger Frühling ging deze voormiddag van start in de Alte Aula van de universiteit met Benjamin Appl en James Baillieu. Centraal stond Schumanns Dichterliebe in wat je kan omschrijven als de nazi-versie... Daarmee werd meteen een groot spotlicht geplaatst op het thema van het festival, namelijk het politieke lied.

In 1944 vond de nazi-dichter Hans Venatier het nodig om een aantal gedichten van Heine te hertalen: het kon toch niet zijn dat een oerduitse componist als Schumann liederen componeerde op gedichten van een joodse dichter en vrijdenker. Hij wilde Heines gedichten van alle joodse invloeden bevrijden, oftewel "die rührselige und weinerliche Art Heines musste durch Gedichte von einfacher, klarer Haltung ersetzt werden", aldus Venatier. Die "klarer Haltung" betekent het herdichten in rammelende prosodie van teksten die het niveau van karamellenversen niet overschrijdt. In het geval van Belsazar wordt het lied schaamteloos misbruikt voor propaganda. Bij Venatier heet het gedicht "Vergeltung" en begint met:

Um Mitternacht. Die Flut steigt fort,
Ein dunkler Bug ... dann Bord an Bord...
Nachtjäger surr'n durch Regenbö'n
Lichtfinger grell auf groben See !

Wat volgt, is een beschrijving van een heroïsche zeeslag waarbij het Engelse schip uiteraard ten onder gaat: "Das Flaggschiff wurde - nichts bleibt geschenkt - von drei Torpedos hochgesprengt". Benjamin Appl zong eerst de oorspronkelijke versie vol hoog oplopende emoties. De nazi-versie klinkt minder geniaal en klinkt ook muzikaal anders. Want Venatier schrikt er niet voor terug om ook de muziek hier en daar aan te passen. In het geval van Dichterliebe gaat hij daarin zelfs nog een stuk verder.

Appl leidt de muziek uitvoerig in en onderbreekt de cyclus ook regelmatig om wat toelichting te geven. Zo wordt Venatiers Dichterliebe herdoopt tot "Ein Lebenslauf", over het leven van een typische Arische vrouw: verliefd, verloofd, getrouwd, zwanger, gescheiden... Frauenliebe und Leben is nooit ver weg. Zijn muzikale ingreep is het grootst in Die Rose, die Lilie oftwel "Das Bräutchen":

Mein Liebster war da,
Und er fragte uns Ja,
Er brachte die Ringe,
Nun tanz ich und singe:
Tralalala Tralalalalalala...

Het tempo wordt zodanig vertraagd dat het een zuchtend niemendalletje wordt. Hij verandert soms ook de volgorde, zoals bij Im Rhein (Hochzeit) en Ich grolle nicht (Hochzeitsmorgen). Ironie, laat staan sarcasme, was ook niet aan Venatier besteed en dus wordt Ich grolle nicht een verwachtingsvolle ode aan de huwelijksdag; dat de muziek niet bij die tekst past, is uiteraard een detail. Helemaal lachwekkend wordt het bij Das ist ein Flöten und Geigen of bij Ein Jüngling liebt ein Mädchen: in het eerste geval een gemoedelijke nacht bij het haardvuur, in het tweede geval een vrolijk kinderlied.

Het spreekt in het voordeel van Appls professionaliteit, dat hij al die liederen met enige serieux zingt, het zou gemakkelijk zijn om er lacherig over te doen. Je kan er natuurlijk over discuteren of deze absurde teksten al dan niet opgegraven moeten worden, maar in het kader van een liedfestival kunnen ze volgens mij wel hun plaats hebben. Benjamin Appl maakt duidelijk wat hij er zelf van vindt, door te eindigen met de oorspronkelijke versie van Die alten, bösen Lieder:

Die alten, bösen Lieder,
Die Träume bös' und arg,
Die lasst uns jetzt begraben,
Holt einen großen Sarg

Waarna hij - zoals vooraf gevraagd - zonder applaus in de pauze verdween.

Na de pauze wilde hij wat tegengewicht geven. Eerst met The Last Letter. Het is een cyclus die de Amerikaanse componist Nico Muhly voor Appl gecomponeerd heeft en hij bestaat uit vier brieven die soldaten en hun geliefden/vrouwen naar elkaar stuurden tijdens de Grote Oorlog. Op muzikaal vlak zijn het vier zeer verschillende liederen in overeenstemming met de inhoud van die brieven. Een vijfde lied op Richard Wigmores Engelse vertaling van "Die Götter Griechenlands" sluit de cyclus af. Dat werd gevolgd door het schrijnende The Children van James MacMillan. De kanonschoten die uit de piano weerklonken, zijn amper weggestorven of Appl zingt het Terezin-Lied op de overbekende melodie van "Komm mit nach Varasdin" uit Gräfin Mariza.

Daarmee zijn we aanbeland in Theresienstadt met vooral een aantal liederen van Ilse Weber. Het was meteen het meest aangrijpende moment van de voorstelling. Het zijn liederen waar je als publiek een krop van in de keel krijgt. Het blijft verblazen hoe een zanger een lied als Wiegala fysisch gezongen krijgt, wetende dat Ilse Weber en een aantal kinderen dit lied zongen toen ze samen de gaskamers van Auschwitz binnengingen. De verlossing kwam met "das ewig selig' Leben" uit Mahlers Urlicht en één bisnummer... Strauss' Morgen.

Publicatie: donderdag 21 maart 2019 om 14:32
Rubriek: Liedrecital