Il Grand' Inquisitor

Der Ring an einem Abend in Essen

Vorige eeuw schreef Loriot bindteksten tussen fragmenten uit de Der Ring des Nibelungen om zo één avondvullende Ring-voorstelling te creëren. De opera van Essen brengt deze versie in een semi-scenische uitvoering.


Wotan (foto © Matthias Jung)

Hun meest recente volledige Ring dateert uit de periode 2008-2011. We kunnen die gemakshalve de Soltesz-Ring noemen en werd vooral gekenmerkt door vier verschillende regisseurs. We kregen toen de smakeloze Rheingold van Tilman Knabe, de geslaagde {l?id=818'>Walküre'> van Hilsdorf, een vrij interessante Siegfried van Anselm Weber, en de onsamenhangende Götterdämmerung van Barrie Kosky die waarschijnlijk enkel begrijpbaar is binnen de context van zijn Hannover-Ring. Kortom, Essen was deze eeuw niet echt succesvol wat de Tetralogie betreft. Deze "szenische Einrichtung" van Sascha Krohn verandert niet veel aan die situatie.

Het is eigen aan de Loriot-Ring dat een en ander wat fragmentarisch kan overkomen. In een poging om wat eenheid te brengen, plaatst Krohn alles tijdens de "36ste Internationale Ringconferentie", gemodereerd door Jens Winterstein als de onderkoelde verteller. Dat geeft Krohn de mogelijkheid om links en rechts een rij tafels te zetten met naamkaartjes waar de verschillende karakters kunnen wachten tot ze aan de beurt zijn. Op zich is daar niets mis mee, alleen komen de bedenksels van Krohn niet veel verder dan het betere schooltoneel. De humor is vooral visueel, maar is zelden grappig. Het is tekenend dat vooral om de Loriot-grappen gelachen wordt, en als er hilariteit ontstaat als Robert Jindra na de pauze de filmmuziek van "Lord of the Rings" inzet... "Oops, falsche Ring-Saga".

Rijndochters-met-badmuts zitten in een badkuip met gouden confetti te spelen, Walhalla is een kerncentrale-model dat op het einde ontploft en vermoedelijk tot een kernramp leidt, Siegmund kan het zwaard niet uit de kast trekken (Sieglinde doet het dan maar), Nothung breekt voordat hij Wotans speer kan verbrijzelen. Tijdens de slotscène van Siegfried vindt hij het nodig om het duet - euh - erotisch te ondersteunen door de rest van de bezetting de veerkracht van Brünnhildes bed/rots te laten uittesten. En oh ja, af en toe duiken er mopshondjes op - naar verluidt het lievelingsdier van Loriot - ter vervanging van paarden en andere raven. Dieren op scène zijn zelden een goed idee, zeker als ze niet doen wat ze verondersteld worden te doen.


Brünnhilde, Waltraute (foto © Matthias Jung)

In de bezetting vinden we zangers die er ook al in de Soltesz-Ring bij waren, zoals Almas Svilpa en Jeffrey Dowd. Svilpa zingt Wotan met een grote stem en kan ontroeren tijdens zijn "Abschied". Dowd is al een tijdje op zijn retour, denk bijvoorbeeld aan zijn optreden in Hans Heiling. Zijn stemproductie is te onstabiel en zijn intonatie te onbetrouwbaar om nog een overtuigende Siegmund of Siegfried te zingen, al heeft hij wel een goed moment tijdens zijn existentiele "Aber wie sah meine Mutter wohl aus".

Een andere vaste waarde is Heiko Trinsinger. Hij zingt een paar noten van Gunther, maar is vooral een overweldigende Alberich met een perfecte tekstbeleving en zijn twee grote momenten - het afzweren van de liefde en de vervloeking van de ring - die staan als een huis. Albrecht Kludszuweit was een redelijk goede Loge en Mime, al komt zijn stem soms wat klein over. Tijl Faveyts zong Hagens Wake met een monumentale zwarte bas.

Het vrouwelijke deel van de bezetting werd aangevoerd door de jonge Daniela Köhler als Brünnhilde. Ze begint met een schitterende "Todesverkündigung", waarbij je nog heel wat vocale reserve voelt. Maar ze houdt dat spijtig genoeg niet heel de avond vol. Bij de slotscène van Götterdämmerung begint haar hoogte vermoeid te klinken en verdwijnt haar stemplaatsing in de coulissen. Jessica Muirhead gaf een lyrische interpretatie van Sieglinde. Bettina Ranch was een degelijk, zij het wat bleke, Fricka en Waltraute.

Publicatie: zondag 3 maart 2019 om 09:59
Rubriek: Opera