Il Grand' Inquisitor

Mastercourse in Zeist

In het kader van het Liedfestival wordt aan jonge zangers de mogelijkheid geboden om zich te vervolmaken in een publieke mastercourse. Zes liedduo's namen deel aan de vierdaagse cursus die afgesloten werd met een presentatierecital.

Net zoals vorig jaar, was Elly Ameling één van de "masters". Zij nam de namiddagsessies voor haar rekening, in de voormiddag werden de duo's onder handen genomen door pianist Julius Drake. In lijn met het thema van het festival werd gewerkt rond Eichendorff-liederen, hoofdzakelijk die van Schumann en Wolf. In een besloten sessie werkten ze met Robert Holl aan die van Pfitzner.

Ameling en Drake hebben elk hun eigen stijl van lesgeven. Julius Drake vertrekt heel strikt vanuit de partituur en het zal uiteraard niemand verbazen dat hij ook veel meer met de pianisten werkt. Na een eerste doorloop van een lied, spendeert hij bijna de helft van de tijd aan de pianist, zonder dat de zanger meezingt. Dat heeft als voordeel voor het publiek dat we een inkijk krijgen in de details van de pianopartij die al te vaak naar de achtergrond verdwijnt.

Ameling richt zich meer op de zanger en doet beroep op haar decennialange ervaring als liedzangeres en intieme vertrouwdheid met het repertoire. Haar verering voor Dietrich Fischer-Dieskau steekt ze niet onder stoelen of banken: "hij doet altijd alles juist". Ze geeft ook wel tips aan de pianist, maar als het bijvoorbeeld over de balans gaat, dan komt ze niet verder dan suggereren om de pianoklep op de korte stok te zetten of een uitspraak van Jörg Demus aan te halen dat de pianist 50% stiller moet spelen als de zanger begint te zingen. Drake werkt daarentegen effectief met de pianist om de pianoklank onder controle te krijgen zonder de zanger te overstemmen.

De zes zangers die aantraden, bestonden uit drie mannen en drie vrouwen. Over de mannen - twee baritons en een bas - kan ik kort zijn: eigenlijk zijn ze technisch nog te zwak om al deel te nemen aan een mastercourse. Ik wil de bariton Vincent Kusters, begeleid door Charlie Bo Meijering, nog het voordeel van de twijfel geven. Hij had last van een verkoudheid, maar klonk desalniettemin vrij goed. In liederen als Treie nur mit lieben Spott of Auf dem grünen Balkon blijft hij wel té serieus. Een glimlach kan soms wonderen doen, zowel wat de klank betreft als in het contact met het publiek.

De Japanse sopraan Keiko Obai (haar pianiste was Hiroko Utsumi) is sinds vorig jaar in München gebaseerd. Maar toch had ik de indruk dat er nog een taalbarrière is om alles wat Drake en Ameling haar vertelden om te zetten. Ze heeft een hoge sopraan die heel mooi zit. Haar Duitse uitspraak is vrij behoorlijk al is ze niet altijd even goed verstaanbaar. Het Engelse duo met de mezzo Felicity Turner en pianiste Natalie Burch lijken meer affiniteit te hebben met het lied. Turner zingt met een aangename mezzo, die in de hoogte soms wel wat kan dreunen. Ze speelt in haar interpretatie wel te vaak op veilig.

Een mastercourse is altijd een wat onnatuurlijke omgeving, maar ik probeer me toch altijd voor te stellen of ik deze of gene zanger in een volledig avondvullend recital zou willen horen. In dit geval was er één zanger waarbij dat het geval was. De Mexicaans-Duitse Ana Schwedhelm heeft niet alleen een mooie sopraan, maar ze is ook iemand die iets te vertellen heeft. In haar vertolkingen zoekt ze de expressieve grenzen op met bijvoorbeeld een extravagante uitvoering van Waldesgespräch. Daarenboven werd ze uitstekend ondersteund door de piano van Heleen Vegter.

Publicatie: zaterdag 26 mei 2018 om 09:18
Rubriek: Liedrecital