Il Grand' Inquisitor

Benjamin Appl in Zeist

"Lieder vom Orient" is een recitaltitel die verwachtingen schept, zeker als Graham Johnson de pianist is en je zijn programmeerkunsten kent. En met de bariton Benjamin Appl worden de verwachtingen nog wat hoger gespannen. Het draaide echter niet helemaal uit zoals ik verwacht of gehoopt had.

Maar eerst dus dat programma. Nadat Goethe met zijn West-östlicher Divan de oriëntalistiek in de Duitse literatuur binnengebracht had, kreeg dat navolging met dichters als Platen, Daumer of Rückert. Het eerste deel van de avond bestond uit liederen op hun gedichten, maar zonder dat die zelf een oosters thema hebben... in tegenstelling tot het tweede deel van de avond. Opvallend was trouwens dat elke helft van het recital in één geheel uitgevoerd werd zonder de gebruikelijke applausmomenten na een groepje liederen.

Schubert heeft twee Platen-liederen gecomponeerd. Het eerste lied Die Liebe hat gelogen was nog goed. Het tweede lied Du liebst mich nicht kreeg een verrassend overdramatische uitvoering van Appl waarbij zo ongeveer alle piano's en pianissimo's straal genegeerd werden.

De gedichten van Platen en Daumer komen samen in Brahms' Opus 32. Het behoort niet meteen tot mijn favoriete cycli, ondanks het prachtige Wie bist du, meine Königin. Aanvankelijk liet Graham Johnson zich nog opmerken in Wie rafft ich mich auf in der Nacht met subtiel flikkerende sterretjes bij "sie funkelten sacht in der Nacht". Nicht still zu dir zu gehen begon onheilspellend, maar eindigde met een pianississimo "dein wahres". Het zijn uitzonderingen in de uitvoering van dit Opus, waarvan de eerste helft overstemd werd door een gevecht tussen pianist en zanger... de zanger verloor. Du sprichst, dass ich mich täuschte was het kantelpunt. Appl mocht Bitteres zu sagen denkst du weer mooi piano eindigen. En So stehn wir was een les in mezza voce zingen.

De drie Rückertliederen verliepen beter, met vooral een zuivere, uitgepuurde vertolking van Dass sie hier gewesen. Appl gooit een paar smachtende blikken in het publiek tijdens Du bist die Ruh, maar die konden niet verhelen dat de twee beruchte decrescendo's van "Augenzelt" niet echt lukten. Het eerste deel van de avond liep dus op een sisser af, enigszins symptomatisch voor heel het eerste deel.

Het tweede deel was gelukkig een verbetering, niet in het minst door een prachtig Schumann-groepje. Aus den östlichen Rosen was weliswaar veel te traag naar mijn goesting, maar Die Lotosblume benaderde de perfectie. Belsazar is een uitdaging voor elke zanger, maar Appl beheerst het lied tot in de puntjes. Hij begint onwaarschijnlijk traag en trekt daarmee het publiek in zijn vertelling. De eerste helft van het lied wordt gradueel opgebouwd tot de eerste climax van "Ich bin der König van Babylon"... zijn blik alleen al stuurt rillingen over ieders rug. De tweede climax komt op het einde: Belsazar wordt "von seinen Knechten umgebracht". Geen forte, maar een onwezenlijk pianissimo met bakken intensiteit. Grandioos.

Het programma werd afgerond met drie Driekoningenliederen, ingeleid door Wolfs Nun wandre Maria, van Cornelius, Strauss en Wolf. Vooral in Wolfs Epiphanias kon Appl al zijn interpretatief kunnen inzetten door voor elke koning een andere stem te zoeken (en ook de os en de ezel worden niet vergeten in de piano). De humor van het lied krijgt nog een extra dimensie als Appl tijdens het naspel achter de piano verdwijnt, drie gouden kronen bovenhaalt, die op zijn hoofd en dat van Johnson en de blaadjesdraaier zet en dan stiekem de zaal uitsluipt... Johnson alleen achterlatend. Succes gegarandeerd !

Voor de bisnummers bleven we bij de West-östlicher Divan met Geheimes en - net zoals Oliemans een dag eerder - Sitz ich allein.

Publicatie: vrijdag 25 mei 2018 om 22:27
Rubriek: Liedrecital