Il Grand' Inquisitor

Sophie Karthäuser in Brussel

Na het circus van Petibon en het - weliswaar fantastische - Melodramrecital van Henschel stond er gisteren nog eens een écht liedrecital op het programma. Sophie Karthäuser en Eugène Asti brachten gisteren in het Théâtre Royal des Galeries een Duits-Frans programma, dat - als ik zo eens bekijk wat er nog komt - ongetwijfeld het hoogtepunt zal zijn van het recitalseizoen van de Munt.


foto © Molina Visuals

Karthäuser vertoonde wel enkele minimale gezondheidsbelemmeringen - een paar kikkervisjes die weggezongen moesten worden of het inlassen van een extra ademmoment - maar dat had verder geen enkele invloed op haar expressieve mogelijkheden.

Ik zou me kunnen beperken tot haar vertolking van Hugo Wolfs Mignon-Lieder en dan vooral haar fenomenale Kennst du das Land ?. Elke strofe krijgt een eigen inkleuring: in de eerste strofe voelen we de "sanfter Wind", in de tweede strofe krijgen we een plechtstatige uitbeelding van de indrukwekkende zaal en tenslotte geeft ze aan "in Höhlen wohnt der Drachen alte Brut" een 'gothic' expressie. Daarenboven blijft haar stem perfect mooi klinken voor de fortissimo momenten. Daarnaast kregen we een hartverscheurende vertolking van Heiss mich nicht reden of So lasst mich scheinen, waarbij het onmogelijk was om het droog te houden...

Een gelijkaardige variatie was er nog niet in de zes liederen van het Opus 13 van Clara Schumann waarmee ze de avond begon. Maar dat ligt ook gedeeltelijk aan Clara, die de angel in de Heine-teksten niet op een vergelijkbare manier als Robert in de verf zet. Na de Mignon-Lieder volgden nog vijf Mörike-Lieder. In twee intieme liederen - Das verlassene Mägdlein en het zelden uitgevoerde Agnes - toonde Karthäuser weer haar superieure pianocultuur. Deze liederen werden omkaderd met eerder humoristische liederen, zoals het charmante Mausfallen-Sprüchlein of Bei einer Trauung dat ze vibratoloos zong en daarmee de schrijnende ondertoon uitdrukte. Enkel het "lichtjes" dubbelzinnige Erstes Liebeslied eines Mädchen had niet voldoende schwung.

Wat mij betreft, had ze in dit repertoire verder mogen gaan. Maar na de pauze stapte ze over naar liederen van Fauré en Poulenc. In beide talen is haar dictie trouwens perfect... ze is het levende bewijs dat zelfs sopranen geen enkel excuus hebben om onverstaanbaar te zingen. Haar Fauré-vertolking was omgeven met een wolk Frans parfum, terwijl de drie Apollinaire-liederen van Poulenc een meeslepende ode aan Parijs waren. Na de Eluard-cyclus Tel jour telle nuit mocht ze nog één bisnummer zingen... het Engelstalige Fancy, ook van Poulenc.

Publicatie: dinsdag 10 januari 2017 om 17:21
Rubriek: Liedrecital