Il Grand' Inquisitor

Sarah Connolly in Oxford

Voor het formele openingsrecital nodigt The Oxford Lieder Festival traditioneel een grote naam uit. Dit jaar is dat de Britse mezzo Sarah Connolly, met Graham Johnson aan de piano.

Voor de gelegenheid waren ze uitgeweken naar het iets grotere Sheldonian Theatre... één van de eerste ontwerpen van Christopher Wren, die later in zijn carrière nog St Paul's in Londen zou ontwerpen. De Sheldonian wordt onder andere gebruikt voor de proclamatie-ceremonies van de universiteit, maar ook voor concerten. De zitbanken zijn net iets te hoog om ergonomisch verantwoord te zijn, maar de zaal heeft wel een aangename akoestiek.

De andere avondrecitals die nog zullen volgen, passen allemaal in het thema van het Festival waarbij de dichters centraal staan. Het openingsrecital vormt hierop een uitzondering met een eerder thematisch programma rond gebeden, avond- en slaapliederen van Schubert, Brahms en Wolf.

De volledige eerste helft van het recital bestond uit Schubert-liederen, met een paar vrij onbekende liederen. Zo begonnen ze met Verklärung van de 16-jarige Schubert die nog onder de invloed van Salieri een cantate-achtig lied schreef. Vooral in de tweede helft gaf Connolly een indrukwekkende vertolking van een majestueus gedragen hymne. Op dezelfde manier ging ze verder met bijvoorbeeld het Ammenlied. En dat is eigenlijk een probleem, want hun keuze van opeenvolgende nachtliederen creëren een zekere monotonie die pas onderbroken werd met Die junge Nonne.

Op puur vocaal vlak doet Sarah Connolly alles correct. Haar stem is groot en homogeen, ze volgt meticuleus de partituur en haar Duits is perfect verstaanbaar. Maar toch... ze beschikt niet over datgene wat een zanger een grote liedzanger maakt. Noem het bezieling of inleving, noem het beheerste emotionaliteit. Dat alles ontbrak om de luisteraar mee te trekken in het lied dat ze vertolkt. Als ze er bijvoorbeeld niet in slaagt om me met de drie Ellens Gesänge - waaronder het beroemde Ave Maria - te ontroeren, dan blijf ik echt op mijn honger zitten.

Haar expressie veranderde enigszins met Die Unterscheidung of Die Männer sind méchant, twee liederen met een humoristische ondertoon waarbij ze iets meer kan acteren. Een grote mezzo-stem en Brahms is altijd een goede combinatie en liederen als Die Mainacht en het onvermijdelijke Von ewiger Liebe liggen haar een stuk beter. Ook de Wolf-versie van Kennst du das Land vraagt bij momenten een gigantische stem die moeiteloos over de fortissimo piano-akkoorden van Graham Johnson geraakt. Maar ze eindigden met een intiem bisnummer, Die gute Nacht van Clara Schumann.

Publicatie: zaterdag 17 oktober 2015 om 09:17
Rubriek: Liedrecital