Il Grand' Inquisitor

Alcina in Parijs

Een tweede herneming in Parijs - deze keer in het Palais Garnier - was Alcina in een regie van Robert Carsen.

Handel schreef deze "magische opera" voor Covent Garden. Het verhaal speelt zich af op het tovereiland van Alcina en leent zich uitermate voor spectaculaire scenewisselingen, transformaties en het gebruik van allerlei machinerieën. Maar veel sprookjesachtigs is er niet te beleven in de productie van Carsen. In plaats van magie zien we... drie witte muren, die verdacht veel lijken op het decor van zijn Rusalka. Morgana en Oronte - respectievelijk Alcina's zuster en generaal - worden gedegradeerd tot kamermeisje en huismeester. Het gebruik van al dan niet naakte mannen als Alcina's vorige slachtoffers zorgde in 1999 nog voor een rel, maar is ondertussen amper nog choquerend te noemen, hoogstens ongeïnspireerd.

Het was waarschijnlijk Carsens bedoeling om door al het feeërieke te verbannen, de aandacht op Alcina zelf te vestigen. Alleen is Luba Orgonasova niet spectaculair genoeg om die rol op zich te nemen. Vanaf het begin is ze al veel te triestig, alsof ze de bui al ziet hangen dat ze Ruggiero gaat verliezen. Vooral in de tragere aria's, zoals "Di cor mio", is ze overtuigend. Maar voor een spektakelstuk zoals "Ombre pallide", dat het tweede bedrijf met een ovatie zou moeten beëindigen, schiet ze te kort en kan ze me niet enthousiast maken... ook al is het allemaal mooi en correct en veel te braaf gezongen.

Voor spektakel en adembenemend vocaliseren moeten we bij Vesselina Kasarova zijn. Haar donkere stem heeft het perfecte timbre voor Ruggiero, Alcina's laatste verovering. Haar stem is wel niet echt homogeen - haar laagte klinkt beduidend anders dan de rest van haar stem. Maar elke aria heeft tenminste karakter en krijgt de juiste expressie mee. Dat kan spijtig genoeg niet gezegd worden van de andere mezzo... Vivica Genaux zingt een bleke Bradamante. Haar expressiemogelijkheden zijn heel beperkt. Ze heeft weliswaar een uniek timbre, maar met die ene kleur komt ze niet ver. Ook haar dynamisch bereik blijft beperkt tot een heel smalle band. Haar "techniek" om coloraturen te zingen is nog altijd even bangelijk als toen ze begin dit seizoen Marc' Antonio zong in de Munt.

De relatief kleinere rollen zijn wel degelijk bezet. Vooral Luca Pisaroni is een schitterende Melisso. En ook het koppel Morgana-Oronte - respectievelijk Patrizia Ciofi en Toby Spence - doet het goed. Ciofi klinkt soms wel wat ijl in de hoogte. Maar ondanks Carsens regie, Orgonasova's eenzijdige vertolking en Genaux's beperkingen was het toch een redelijk geslaagde voorstelling.

Publicatie: zaterdag 29 mei 2004 om 20:27
Rubriek: Opera