Il Grand' Inquisitor

Rienzi in Mönchengladbach

Het theater van Mönchengladbach zette eerder al Verdi in de bloemetjes met Stiffelio. Voor het Wagnerjaar halen ze met Rienzi, der letzte der Tribunen een even grote rariteit vanonder het stof. Deze productie ging eerder dit jaar in première in Krefeld (dat samen met Mönchengladbach een duo-operahuis vormt, net zoals Düsseldorf-Duisburg). De chef-dirigent Mihkel Kütson dirigeerde ook deze voorstelling.

Een eerste vraag die men zich bij Rienzi moet stellen, is hoe de partituur aangepakt moet worden. Een volledige uitvoering duurt al snel tussen vier en vijf uur, zonder pauzes welteverstaan. Vermoedelijk bevat die volledige partituur ook niet altijd de meest boeiende muziek - de overvloed aan mars- en andere fanfaremuziek kan snel gaan tegensteken - en dus dringt het oordeelkundig gebruik van de schaar zich op.

In Mönchengladbach klaren ze de klus in ongeveer de helft van de tijd met een voorstelling van iets minder dan drie uur met één pauze na het tweede bedrijf. Het eerste deel eindigt zo met Rienzi die Orsini en Colonna vergeeft na hun aanslag. Na de grootheid van Rienzi volgt dan in het tweede deel de val van Rienzi. De verhaallijn blijft wel behouden, maar de overgang in het derde bedrijf naar de grootheidswaanzin van Rienzi had misschien iets duidelijker en logischer gekund.

Een tweede vraag heeft betrekking op de enscenering. Het is uiteraard uitgesloten om de actie in de 14de eeuw te plaatsen. Het is ook iets te voor de hand liggend om de parallel tussen Rienzi en Hitler te willen trekken. Zoals gekend was Rienzi zijn lievelingsopera. Na het horen van een opvoering in Linz zou de jonge Adolf daar zelfs zijn inspiratie gehaald hebben om ook een volkstribuun te worden. Ook hun respectievelijk eindes vertonen opvallende parallellen.

Regisseur Matthias Oldag trapt echter niet in die val. Er zijn genoeg hedendaagse opstanden die als achtergrond kunnen dienen. Hij pikt er niet één specifiek geval uit, maar in het decor van het eerste bedrijf zien we wel uitvergrote krantenartikels over moderne brandhaarden.

Dat decor wordt verder doorsneden met een rode scheur. Die scheur kan allerlei connotaties hebben: van de afstand tussen het populisme van Rienzi en de Romeinse adel, tot de verscheurdheid van Adriano tussen zijn liefde voor Irene en zijn vader. De opera begint en eindigt ook in de scheur. In het eerste bedrijf wordt Irene belaagd en overgoten met benzine, het einde is identiek als Rienzi en Irene daar hun dood vinden onder een neervallend doek als evocatie van het brandende Capitool.

Hoe grootheidswaanzin tot "gewone" waanzin leidt, wordt duidelijk gemaakt in het laatste bedrijf. Rienzi draagt een gouden kroon en is omgeven door grote witte letters. Voor hem liggen de letters van zijn naam en hij lijkt vergeefs te proberen zijn naam te spellen. Uiteindelijk vormt hij - slim gevonden - de afkorting INRI waarna zijn gebed "Allmächt'ger Vater" volgt.

Zoals de meeste tenorpartijen van Wagner is ook Rienzi niet te onderschatten. Ik was dan ook enigszins verbaasd om Carsten Süss in die rol te horen. Ik heb hem al verschillende keren in liedrecitals gehoord, maar ik had nooit een Wagnertenor van dit kaliber in hem vermoed. Zijn stem is weliswaar aan de lyrische kant, maar - ongetwijfeld geholpen door de sympathieke akoestiek van deze zaal - haalt hij zonder grote problemen het einde. Hij is op zijn best in de meer legato cantabile-momenten zoals "Wohlan, so mag es sein" in het eerste bedrijf. In zijn monoloog van het derde bedrijf, forceert hij nodeloos zonder echt over de grens van zijn stem te gaan.

Eva Maria Günschmann zou Adriano zingen, maar een verkoudheid gooide roet in het eten. Ze speelde wel de rol terwijl de inderhaast ingevlogen Russische Alla Perchikova aan de rand van het podium zong. Ze heeft een indrukwekkende stem, die moeiteloos de zaal vult. Het is niet de meest subtiele stem, vooral haar grote aria "Gerechter Gott" had wat meer nuances kunnen gebruiken. Anne Preuß was tenslotte een opvallend lichte Irene met kille hoogte.

Publicatie: zondag 29 december 2013 om 11:18
Rubriek: Opera