Il Grand' Inquisitor

Ian Bostridge in Schwarzenberg (2/2)

Het tweede liedrecital van Ian Bostridge en Julius Drake tijdens de Schubertiade was een doorslagje van het eerste recital zondag. Weer een mix van bekende en onbekende Schubert-liederen, weer de typische Bostridge-capriolen, weer een opvoering met een gesloten piano.


foto © Schubertiade Schwarzenberg

Die gesloten piano had deze keer echter wel een functie. Bostridge had het programmaboekje bovenop de klep gelegd, zodat hij af en toe kon spieken... precies alsof het publiek dat niet doorheeft. Het werd zelfs helemaal duidelijk toen hij in de eerste strofe van Das Lied im Grünen er toch in slaagde om de tekst kwijt te geraken en opnieuw moest beginnen.

Doordat hij regelmatig een blik op die tekst moest werpen, had dit ook het voordeel dat hij iets meer stil stond dan gewoonlijk. Zeker in het begin van het recital leek hij erop te letten om niet te veel te bewegen... maar het is toch sterker dan hemzelf en tijdens het vierde lied, Bei dir allein (uit een groepje Seidl-liederen), vertoonde hij weer neigingen om zich stage-divend in het publiek te werpen.

Ook nu weer had hij een paar liederen uitgekozen die niet in zijn stem pasten. Freiwilliges Versinken ligt, net zoals de Heliopolis-liederen van het eerste recital, soms net iets te laag. Der Wanderer is voor mij ook meer een bariton- dan tenor-lied, zeker als hij probeert om de lage optie te zingen op het einde terwijl Schubert een perfect zingbare hogere optie voorzien heeft.

Zijn tempokeuzes waren deze keer iets normaler, alhoewel hij voor Freiwilliges Versinken en Der Wanderer toch een paar vreemde rallentando's bedacht. Wie Ulfru fischt zong hij dan weer te snel, zodat het één stroom staccato noten werd in plaats van een begrijpbare legato gezongen tekst.

Interpretatief sloeg hij volgens mij enkel de bal totaal mis bij Der zürnenden Diana. Dit Mayrhofer-lied is gebaseerd op het mythologisch verhaal van Aktaion die de badende godin Diana/Artemis ziet, waarna ze hem als straf in een hert verandert en doodschiet. Dit lied wordt gezongen vanuit het standpunt van Aktaion en beschrijft een soort gelukzalige doodsverwachting nadat hij de naakte Diana heeft mogen aanschouwen. Maar Bostridge zingt het met een arrogante toon als een Prometheus die de goden vervloekt... terwijl ik eerder de uitdrukking van een opgewonden Ganymed zou verwachten.

Desalniettemin waren er toch weer een paar geslaagde liederen, zoals de twee serenades An die Laute en An mein Klavier, of Der Einsame dat hij met een onverwacht gevoel voor humor vertolkte. Hoedanook, na deze twee liedrecitals heb ik voorlopig mijn dosis Bostridge weer gehad en kan gerust weer een jaar of tien verder...

Publicatie: woensdag 5 september 2012 om 18:15
Rubriek: Liedrecital