Il Grand' Inquisitor

Bernarda Fink in Schwarzenberg

De belangrijkste reden waarom ik tientallen liedrecitals per jaar bijwoon, is dat ik ontroerd wil worden. Als je eenmaal tot in de diepste vezels van je lijf geraakt bent door muziek - en in mijn geval is dat bijna altijd bij liederen, en slechts heel zelden bij opera - dan wil je dat gevoel telkens herbeleven. Je moet dan soms wel mindere recitals doorstaan, omdat je nooit weet wanneer "het" zal gebeuren... zoals bijvoorbeeld bij het liedrecital van Bernarda Fink vandaag op de Schubertiade.


foto © Schubertiade Schwarzenberg

Nu, Bernarda Fink is best wel een degelijke liedzangeres. Ze geeft altijd propere en afgeborstelde liedrecitals waar niet vaak iets op aan te merken valt, tenzij dat haar interpretatie nooit echt onder de huid gaat zitten. Haar recital in Schwarzenberg leek aanvankelijk weer een "typisch" Fink-recital te worden. Ze begon met de vier eerste Lenau-liederen van Schumann, met een wat mat Lied eines Schmiedes en het hemelse Meine Rose. Het Schumanngroepje werd vervolledigd met het grappige Der Sandmann en een swingende Aufträge.

Bernarda Fink zet ook regelmatig slavische muziek - vaak Dvorak - op haar programma. Deze keer ging ze terug naar haar 'roots' met zeven liederen van vier Sloveense componisten. De liederen werden geschreven in de 20ste eeuw, maar ze ademen nog de romantiek van de 19de eeuw uit zoals de melancholische herfst- en avondliederen van Lucijan Marija Skerjanc en Zorko Prelovec.

Na de pauze was enkel nog wat Mahler voorzien met de Lieder eines fahrenden Gesellen en de Rückert-Lieder.

Het eerste lied, Wenn mein Schatz Hochzeit macht, is een soort combinatie van de Gute Nacht uit Winterreise en Das ist ein Flöten und Geigen uit Dichterliebe, wat deze (korte) Mahlercyclus tot een klassieke Wanderer-cyclus maakt. En het is met die bijhorende intensiteit dat Bernarda Fink deze vier liederen zong. Ging heut' morgen über's Feld was perfect ironisch. Er zaten wel een paar schreeuwerige forte hoge noten in Ich hab' ein glühend Messer. Maar de pijn wordt haast tastbaar als de Wanderer de blauwe ogen of het blonde haar van de verloren geliefde in de wereld rondom hem/haar ziet... vergelijkbaar met de Nebensonnen uit Winterreise. Met Die zwei blauen Augen was mijn weerstand helemaal gebroken met een onwezenlijk mooi slot: "Alles wieder gut, Alles, Lieb' und Leid, und Welt, und Traum"...

De Rückert-Lieder beginnen relatief onschuldig met Ich atmet einen linden Duft (een logisch vervolg op de lindenboom uit Die zwei blauen Augen) en Blicke mir nicht in die Lieder. Liebst du um Schönheit is eigenlijk heel eenvoudig, gewoon heel mooi zingen. En dat doet Bernarda Fink, met een schitterend gedragen mezza voce en met hoge piano noten die kippenvelkwaliteit hebben. Maar het zijn de twee slotliederen die het hem doen. Um Mitternacht en Ich bin der Welt abhanden gekommen hebben de diepgang van Brahms' Vier ernste Gesänge in het kwadraat. De spanning in de zaal was te snijden. Het was één van die magische momenten waarbij je letterlijk een speld kon horen vallen. Tot tijdens het piano-naspel iemand ontplofte omdat ze een ingehouden hoest niet meer kon bedwingen. Maar toen waren de tranen al volop aan het stromen en deed het er niet meer toe...

Publicatie: woensdag 31 augustus 2011 om 21:39
Rubriek: Liedrecital