Il Grand' Inquisitor

Waltraud Meier in Gent

Waltraud Meier en Nicholas Carthy brachten nog eens een lekker ouderwets Liedrecital in de Vlaamse Opera van Gent. Het eerste deel was evenwichtig verdeeld tussen liederen van Johannes Brahms en Hugo Wolf, na de pauze waren het allemaal "meezingers" van Schubert.

Het is altijd afwachten hoe zangers met een omvangrijke stem omgaan met het Liedgenre. In het geval van Waltraud Meier is er geen enkele aanpassing. Haar piano klinkt misschien als de forte van lichter uitgeruste zangers, maar haar forte is dan ook navenant. Het is gewoon een kwestie van de proporties en ze gebruikte die dynamiek dan ook op overdonderende manier. Gezien haar liedkeuze paste het ook altijd... een enkele keer was het wat minder. Zo klonk de nachtegaal van In Waldeinsamkeit meer als een uit de kluiten gewassen albatros, maar de climax in Von ewiger Liebe is dan ook wel een echte climax.

Het enige spijtige was dat de pianist in de schaduw bleef staan, wat in de hand gewerkt werd door met een gesloten piano te spelen. Vooral bij de Wolf-liederen zijn de piano en de zang minstens gelijkwaardig en dat ging dus volledig verloren. In der Frühe is zo'n typisch voorbeeld waarbij de piano afwisselend piano en forte speelt maar hier werd het allemaal uitgevlakt en klonk het dof. Het is tevens essentieel dat de harp-begeleiding in Gesang Weylas duidelijk te horen is, wat wel het geval had kunnen geweest zijn als de piano volledig open zou gestaan hebben. Ik kan me trouwens niet voorstellen dat Waltraud Meier ook maar een moment overstemd zou kunnen worden door een piano.

Het eerste deel was dus vooral imposant, zonder echt te kunnen ontroeren. Terwijl dat in liederen als Die Mainacht en vooral Das verlassene Mägdlein wel had gemogen.

De Schubert-liederen na de pauze waren iets totaal anders... en reken ik tot de meest opwindende Schubert die ik ooit gehoord heb.

Vooral haar keuze om te beginnen en te eindigen met wat traditioneel "bariton-liederen" zijn - Der Wanderer en Gruppe aus dem Tartarus, respectievelijk Dem Unendlichen - was opmerkelijk. Der Wanderer was perfect gecontroleerd om de heimwee van de Schubertiaanse zwerver uit te drukken. Maar net zoals bij Wolf, ontbrak de pianistieke steun om de orgelklanken van Dem Unendlichen te vertolken.

Halverwege kwam dan het Schubertlied der Schubertliederen... Erlkönig. Een theaterbeest als Waltraud Meier kan zich hierin volledig laten gaan. Onder andere omstandigheden zou ik haar dramatisch geacteer verafschuwen, maar hier vormde het een gepaste aanvulling op haar vocale acteerprestatie. Je wordt gewoon meegesleurd in haar verhaal... als in het begin het kind vraagt "siehst, Vater, du den Erlkönig nicht" dan heb je bijna de neiging om je om te draaien en te zien of de Erlkönig daar effectief niet ergens vanachter in de zaal staat. Het hoeft niet te verbazen dat de vier rollen uitermate gedifferentieerd gezongen werden: de vader kreeg de verwachte borstklanken mee, de zoon klonk angstig, terwijl het mezza voce van de Erlkönig gevaarlijk verleidelijk klonk.

De drie daaropvolgende liederen vroegen dan weer een totaal andere stembeheersing. Je hoort zelden Nacht und Träume, Du bist die Ruh en Wanderers Nachtlied in hetzelfde recital, laat staan achter elkaar. Ze kunnen moordend zijn, maar Waltraud Meier overleefde ze alledrie. Alhoewel er meer op aan te merken viel dan bij de andere liederen. Nacht und Träume had bijvoorbeeld iets meer nuances kunnen gebruiken. En in Du bist die Ruh probeert ze op het einde van "von deinem Glanze allein erhe-elt" wel de diminuendo, maar slaagt er niet echt in.

Het wildenthousiaste publiek kreeg uiteindelijk nog twee bisnummers... Als Luise die Briefe ihres untreuen Liebhaber verbrannte van Mozart en Schmerzen uit de Wesendonck-Lieder van Wagner.

Dit recital zal op 19 februari uitgezonden worden door Klara.

Publicatie: zondag 18 januari 2004 om 10:14
Rubriek: Liedrecital