Il Grand' Inquisitor

Mazeppa in Lyon

De tweede opera in het Tchaikovksy-festival van de "Opéra de Lyon" was Mazeppa. De stijl van regisseur Peter Stein begint zich duidelijk af te tekenen. Hij maakt in wezen traditionele ensceneringen die er mooi uitzien, maar toch niet stoffig overkomen. In het geval van een minder bekende opera als Mazeppa is dat zeker een voordeel.

Hij houdt zich ook strikt aan de indeling in scènes en probeert niet om dramatische continuïteit te brengen in scènes die eigenlijk niets met elkaar te maken hebben. Dat heeft het nadeel dat er af en toe gepauzeerd moet worden om de scène om te bouwen, maar dat heeft ook het voordeel dat er een paar pareltjes van scènes ontstaan.

De sterkste scènes zijn telkens die scènes waarmee een bedrijf eindigt. In het eerste bedrijf is dat de scène waarin Kotsjoebej zijn wraak op Mazeppa plant. Heel de gemeenschap zit bij elkaar gepropt in een kleine kamer, het vrouwenkoor zingt samen met Ljoebov hun verdriet uit over Maria's keuze voor Mazeppa. De executiescène op het einde van het tweede bedrijf is ook mooi opgebouwd met het volk dat uitkijkt naar de executie, de intrede van Mazeppa (op een echt paard, zowaar), de executie van Kotsjoebej na zijn aangrijpend gebed en Maria en Ljoebov die te laat zijn om hem te redden. De waanzinsscène van Maria speelt zich af in een desolaat sneeuwlandschap terwijl ze de stervende Andrei in slaap wiegt...

Net zoals in Antwerpen, zong Nikolai Putilin ook in Lyon Mazeppa met vocale autoriteit. De dubbelzinnigheid van zijn karakter - zijn liefde voor Maria versus zijn machtshonger - komen daarbij goed tot uiting. In deze enscenering had ik wel het gevoel dat die liefde voor Maria ondergeschikt was aan zijn despotische trekjes.

Anatoli Kotscherga heeft nog altijd een fenomenale stem, maar ze is niet meer zo homogeen als vroeger. Kotsjoebejs gebed klinkt bijvoorbeeld prachtig, hoofdzakelijk omdat hij dat volledig piano zingt. Maar in de forte-passages, zoals in zijn gevangenisscène, verliest zijn stem aan kleur en roept hij meer dan dat hij zingt.

De verkoudheid van Marianna Tarasova, die Ljoebov zong, lijkt zich verder te zetten. Haar hoog register lukt nog wel. Maar haar overgang naar haar borststem begint te kraken en ongezond hees te klinken.

Ik blijf om een of andere onduidelijke reden problemen hebben met Olga Guryakova. Pas in Maria's waanzinsscène kon ze me overtuigen. De rest van de avond komt ze afstandelijk over, ondanks het feit dat haar grote stem de zaal met gemak vult, ondanks het feit dat ze goed weet om te gaan met de dynamiek van de partij, ondanks het feit dat ze eigenlijk niets fout doet.

Publicatie: vrijdag 7 mei 2010 om 09:38
Rubriek: Opera