Il Grand' Inquisitor

Pikovaya Dama in Lyon

De afgelopen drie jaar, heeft de Opéra de Lyon elk seizoen een opera van Tchaikovsky op een tekst van Poesjkin geprogrammeerd. Het artistieke team werd telkens aangevoerd door dirigent Kirill Petrenko en regisseur Peter Stein.

De opera van Lyon werkt volgens het stagione-systeem, waardoor Lyon iets minder aantrekkelijk is voor de Belgische operareiziger. Maar dit seizoen hadden ze het lumineuze idee om de drie Tchaikovsky-opera's als een cyclus op te voeren... waardoor het mogelijk is om ze op vier dagen te zien. Vorige week werd de eerste cyclus opgevoerd, gisteren begon de tweede met Pikovaya Dama.

Er wordt ook eenheid nagestreefd in de bezettingen - die overigens voor 80% Russisch zijn - zodat verschillende zangers in twee of zelfs de drie opera's optreden... wat in sommige gevallen luxueus bezette (bij)rollen oplevert.

Het is opmerkelijk om een zangeres als Marianna Tarasova - eerder dit jaar nog Eboli in Antwerpen - te horen als de oude Gravin... een rol die vaak aan gepensioneerde mezzo's toevertrouwd wordt. Tarasova is alles behalve gepensioneerd en zingt zeer expressief van krakende oude dame in het eerste bedrijf tot onheilspellend spook in het laatste bedrijf.

In de kleinere rollen moet Alexey Markov als Prins Jeletski vermeld worden. In zijn liefdesverklaring aan Lisa valt zijn prachtige en rijke bariton op. Ik kijk al uit naar zijn Onegin later deze week. Nikolai Putilin is een schitterende Tomski en geeft een kleurrijke vertolking van zijn ballade over de Gravin en de "tri karty". Putilin komt nog terug als Mazeppa. Olga Guryakova zingt een correcte Lisa met veel dynamiek en mooi gevoerde frases, maar ze kon me nooit echt raken... zelfs niet in haar finale confrontatie met Hermann.

Misha Didyk heeft de rol van Hermann een paar jaar geleden ook in Antwerpen gezongen, zij het in de Stadsschouwburg. Zijn vertolking laat letterlijk niets te wensen over. Hij combineert een baritonale basisklank - op sommige momenten klinkt hij zelfs donkerder dan Putilin - met een stralende en homogene hoogte. De eerste scène van het eerste bedrijf was een van de meest opwindende scènes die ik recent gehoord heb. En hij kan die spanning en inleving ook volhouden tot het einde, met een hallucinante droomscène met de Gravin en een wereldvreemde waanzinsscène met Lisa.

Net zoals in Palestrina vorig jaar, was Kirill Petrenko ook nu weer een opmerkelijke dirigent. Al in de ouverture gaf hij mij kippenvel met zijn Mozartiaanse elegantie en aggressieve contrabassen. Maar ook in de rest van de opera zorgt hij soms voor een duidelijke afbakening van de instrumentengroepen en brengt daarmee details naar voor die me nog niet eerder opgevallen waren. Meest opvallend was bijvoorbeeld de ballade van Tomski, waarbij hij de houtblazers prominent laat spelen telkens Tomski het over het Parijse hof heeft.

Ten slotte moet ik toch ook iets over de regie zeggen, alhoewel daar weinig revolutionairs over te berichten valt. Peter Stein kan niet echt als een interventionist omschreven worden. Hij volgt nauwgezet het libretto (alhoewel het pastoraal intermezzo in het tweede bedrijf gecoupeerd werd) met mooie kostuums in een eenvoudig decor. Voor elke scène wordt weer een nieuw beeld gecreëerd dat een grote boog vormt van licht (de parkscène van het eerste bedrijf) naar donker (de zelfmoord van Lisa), waarbij hij telkens meer met volgspots werkt.

Ik betwijfel of hij voor deze cyclus teruggekeerd is naar Lyon, want de personenregie kwam niet altijd even natuurlijk over. Vooral het koor had een wat sterkere leiding mogen krijgen, in plaats van stille-film-expressies te moeten gebruiken om verdriet of ontzetting uit te drukken.

Publicatie: woensdag 5 mei 2010 om 10:01
Rubriek: Opera